erfgoedobject

Gemeentehuis Oostakker

bouwkundig element
ID
26683
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26683

Juridische gevolgen

Beschrijving

Oostakkerdorp is een driessite, waarvan de geschiedenis mogelijk in de vroege middeleeuwen begon. Het gebied ten noordoosten van het huidige Gent behoorde toe aan de Sint-Baafsabdij, In dat gebied kunnen een aantal oudere nederzettingskernen of villae worden gelokaliseerd. Mogelijk was het huidige Oostakkerdorp de dries bij de relatief belangrijke hoeve Puigem. Sinds het midden van de 14de eeuw stond aan het plein een Sint-Laureinskapel, die in de 17de eeuw werd vervangen door de Sint-Amanduskerk, welke echter in de Eerste Wereldoorlog zwaar werd gebombardeerd en later werd heropgebouwd.

Onder het ancien régime ressorteert het gebied onder de schepenbank van de heerlijkheid van de Sint-Baafsabdij van Gent. In het dorp stond dan ook geen wethuis en geen enkele herberg verwijst naar het gebruik van wethuis. In 1800 wordt Oostakker een zelfstandige gemeente met Pieter Frans Drubbel als eerste burgemeester en maakt het deel uit van het departement van de Schelde. Samen met Lochristi en Evergem vormde het een kantonaal gemeentebestuur.

De eerste gemeenteraad gaat door ten huize van de burgemeester, maar nog hetzelfde jaar verhuist de gemeenteraad naar de herberg van meester-kleermaker Emmanuel van de Cotte op het Dorp. Vervolgens circuleert men tussen de 6 dorpscafés. In 1846 vergadert het bestuur in de woning Jocqué en vier jaar later in een gehuurde privéwoning. Tot slot wordt de woning van raadslid dokter Charles Devisscher gekocht en verbouwd (1853). Wegens te groot wordt het deels verhuurd vanaf 1873. Uiteindelijk beslist men in 1904 onder burgemeester Charles Blommaert (1896-1906) een nieuw gemeentehuis op te trekken na een huizenwissel met Bernard Beirens en Sylvain Matthys. De werken zullen duren van 1905 tot 1907. Ook het gemeentehuis werd al snel deels verhuurd wegens te groot en dit tot 1944.

Sinds de bouw van het pand werden weinig veranderingswerken uitgevoerd. In 1940 werden schouwen en dak beschadigd bij een beschieting tijdens de oorlog. Anno 1964 werd het naastgelegen huis gehuurd voor de politie en in 1972-75 werd aan de achterzijde uitgebreid ten behoeve van de gemeentediensten (architect Antoon Bracke).

Samen met tien andere randgemeenten, wordt Oostakker gefusioneerd met de stad Gent op 1 januari 1977 en wordt als noordelijke randgemeente door de nabijheid van het kanaal Gent-Terneuzen voorbestemd voor industriegebied. Het oud-gemeentehuis wordt momenteel door de stad Gent gebruikt als dienstencentrum en politiekantoor.

Beschrijving

Datering

Gebouwd als gemeentehuis in 1905 opgetrokken naar ontwerp van architect Bibo. Vermelding volgens opschriften van gevelstenen ANNO - 1905. Noch biografische gegevens noch enig andere bouwkundige realisatie op burgerlijk of religieus vlak is momenteel gekend van architect Bibo.

Exterieur

Neotraditionele bak- en zandsteenbouw met neo-Vlaamserenaissance-kenmerken op een hoge plint van arduin en verrijkt met sierankers. Het traditioneel opgevat dubbelhuis met lijstgevel bestaat uit een verhoogde bouwlaag op een onderbouw/souterrain en uit drie grote traveeën onder een zadeldak bedekt met leien. Elke travee is sterk afgelijnd en evenwichtig opgebouwd door de dominantie van de sterk afgelijnde rechthoekige vensterlichten. Beide zijwanden zijn afgewerkt als zijtrapgevels. Het dak is voorzien van twee dakkapellen, ongelijk van vorm en op verschillende hoogte ingewerkt in het dak. Een geprofileerde bakstenen daklijst schraagt een houten goot.

De vooruitspringende venstertravee aan de linkerkant van de voorgevel is verlicht met een vierlicht en wordt bekroond met een trapgeveltop, die op haar beurt verlicht is met een tweelicht. De rechtertravee heeft een drielicht en wordt bekroond door een getrapt dakvenster. Het souterrain heeft links een verspringend vierlicht en rechts een verspringend drielicht. Als opvallend element loopt langs centraal in de gevel een dubbele steektrap van 16 treden met smeedijzeren leuning. Zij geeft toegang tot het gemeentehuis op de verhoogde verdieping via een grote rondboogdeur met eikenhouten vleugeldeuren en gevat in geprofileerde omlijsting met drielicht als bovenlicht. De zandstenen deuromlijsting loopt bovenaan over in een gevelsteen met het opschrift gemeentehuis. In de pui zit een brede korfboogdeur in zandstenen omlijsting met waterlijst, die toegang geeft tot het souterrain. Onder de vensteronderdorpels van het vierlicht en het drielicht van de verdieping werden blinde velden in paneelwerk versierd met respectievelijk vier en drie onversierde wapenschilden.

Interieur

Het oorspronkelijke interieur bleef vrij gaaf bewaard in de herkenbaarheid van een aantal elementen, sober in uitvoering.

De inkomhal bevat de eiken bordestrap met rechthoekige trappaal en geprofileerde balusters naar de bovenverdieping, bepleisterde balken met geprofileerde balkzolen, eikenhouten deuren in panelen in sterk geprofileerde deuromlijsting in renaissancevormgeving met deurbalken uitgewerkt als architraaf. Vloertegels en behang zijn van recente datum.

De gevleugelde toegangsdeur tot de raadzaal heeft een geprofileerde houten omlijsting uitgewerkt in de klassieke vormgeving met segmentbogig fronton op pilasters, bovenop een architraaf waarbij in de deurbalk het opschrift “raadzaal” is gegrift. De raadzaal behield haar neogotisch uitzicht in volgende interieurelementen, met vooral de houten balkenzoldering, de vleugeldeur in gevernist eikenhout, het geometrisch vloerenpatroon (van vierkanten met centraal blauw geometrisch bloemmotief) in tegels van diverse kleuren, de sobere neogotische schouw met schouwmantel in Franse steen en schouwbalk versierd in de vorm van een geknikte waterlijst rondom een wapenschild in rood en wit. De kleurstelling is van recente datum. De raadzaal doet momenteel dienst als bureau.

De verdieping onder schuin dak werd vóór de Tweede Wereldoorlog verhuurd als woonruimte voor de politiecommissaris en later gebruikt als archiefruimte. Bleven enkel bewaard de (recent in kleur) geschilderde houten deuren, de sobere schouwmantels en deels parketvloer en plankenvloeren (onder de vloerbedekking). De dakramen werden grotendeels vernieuwd.

Het souterrain, met politiebureau en toegangshal, werd aangepast aan de huidige kantoorfunctie van het dienstencentrum. De hal van de onderbouw werd volledig doorbroken in de achtergevel als toegang tot het achterliggende nieuwbouwcomplex van het dienstencentrum met loketfunctie. Enkel de sobere schouwelementen werden bewaard in de kamers.

De eigenlijke zolderruimte heeft overwegend haar oorspronkelijk dakgebinte en ook de plankenvloer behouden. Behouden steektrap naar de zolder.

  • DE POTTER, F. & BROECKAERT, J. 1864-70: Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, reeks 1, deel 4, Gent, 18.
  • DEVOS P. 1982: Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen XVI. De gemeentehuizen van Oost-Vlaanderen, band I, 353.
  • PCML-Oost-Vlaanderen, dossier verslag en beschermingsvoorstel Oostakkerdorp als dorpsgezicht - preadvies van 02 juni 1999, archief PCML.

Bron: Beschermingsdossier DO002329
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentehuis Oostakker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26683 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.