Kasteel Achtendries, ook kasteel Voorde geheten. Huidige kasteel in classicistische stijl opgetrokken op de resten van een oudere constructie (zichtbaar in de kelderverdieping) opklimmend tot de late middeleeuwen. Het toponiem "achtene", dat een prehistorische oorsprong zou hebben, is tevens gekoppeld aan een herenhoeve op de Achtendries daterend van voor 630. Het kasteel was vroeger omwald en bezat ook een toegangsdreef die het verbond met het hof van Achtene. De enig overblijvende getuigenis van deze oude pachthoeve is een ronde, gemetste bakstenen hekpijler in het nabije straatje genaamd Achtene.

Kasteel Achtendries bevindt zich in een gedeeltelijk behouden park met een ingangsbordje dat het jaartal 1774 vermeldt (herkomst onbekend) en dat stilistisch als bouwjaar wel in aanmerking komt voor de huidige constructie. In 1805 aangekocht door Morel de Westgaver, later in handen van de Kerchove de Denterghem (zie wapenschild in het fronton der voorgevel), sinds 1978 eigendom van de familie De Bruyn.

Ruim dubbelhuis met negen traveeën en twee bouwlagen, onder zadeldak (zwarte Vlaamse pannen), daterend uit eind 18de eeuw met aanpassingen uit 19de eeuw(?). Gewitte bakstenen lijstgevel op hoog, grijsgeschilderd souterrain met zes getraliede keldervensters. Uitspringend middenrisaliet van drie traveeën gemarkeerd door een brede bordestrap met zware borstweringen waarop gesculpteerde, naar elkaar toe gekeerde liggende leeuwen. Risaliet met bekronend driehoekig fronton. Vensterregisters horizontaal belijnd door grijsgeschilderde, geprofileerde cordons. Verticale gevelritmering door middel van pseudopilasters. Rechthoekige vensters in grijsgeschilderde omlijstingen en met 20ste-eeuws houtwerk met kleine roedeverdeling. Rondboogdeur ingeschreven in rechthoekige nis, houten tussendorpel en waaiervormig bovenlicht. Aflijnend onversierd hoofdgestel. Gelijkaardige achtergevel doch met uitspringend middenrisaliet op trapezoïdale plattegrond en een later daaraan toegevoegde rechthoekige uitbouw (19de eeuw) van twee verdiepingen welke voorheen dienst deed als huiskapel. Rechts uitbouwsel van één verdieping en twee traveeën met plat dak afgezet met balustrade. Haast volledig blinde, beraapte zijgevels.

Deel van de overwelfde kelder onder de rechterhelft van het kasteel met centrale zuil en vierkante dekplaat en rondom plint van Doornikse steen, zou een aanduiding geven van het volume van de oudste kern opklimmend tot de late middeleeuwen (15de eeuw?). Het gaat om een haast vierkant gebouw met mogelijk een ronde toren tegen de zuidoostelijke zijde ervan gedeeltelijk te situeren onder de driezijdige uitbouw van de achtergevel. Mogelijk later vergroot en in ieder geval bij de bouw van het huidige kasteel uitgebreid tot een kelderverdieping met de oppervlakte van het kasteel.

Interieur grotendeels aangepast in de 19de eeuw, behouden eind 18de-eeuwse diensttrap met gesculpteerde trappaal.

Bijgebouwen: dienstvleugel achter en parallel met het kasteel van gedecapeerde baksteen en deels aangepast tot woning; verder een ingestorte ijskelder in de tuin.