Vrij grote hoeve met losse bestanddelen geschikt rondom een rechthoekig erf. Toegang aan de smalle zijde van het erf via zware vierkante bakstenen hekpijlers met ijzeren hek op het einde van een dreef.
Woning (noordkant) van twaalf traveeën en één bouwlaag, onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat), minstens opklimmend tot de 18de eeuw. Oorspronkelijk uitzicht ingrijpend gewijzigd door aanpassingen van 1866 (volgens kadastergegevens), onder meer verlengd aan de oostkant, en recenter door ontpleistering der gevels en vernieuwing van het houtwerk der muuropeningen. Verankerde baksteenbouw, erfgevel afgelijnd door witbepleisterde en geprofileerde daklijst onderbroken door twee getrapte dakvensters (origineel?). Links hoger opgaand gedeelte van twee traveeën, kelderverdiepingen met twee keldergaten en -trap met houten luiken. Linkerzijpuntgevel van twee traveeën met beraapte top voorzien van twee kleine getoogde zoldervensters in witbepleisterde omlijstingen op dorpels met tegels. Rechts kleine aangebouwde schuur van twee traveeën ook daterend van 1866.
Overige dienstgebouwen zonder noemenswaardigheden, westelijke dwarsschuur van 1866.
Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, mutatieschetsen Gent, afdeling XVII (Oostakker), 1866/44.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)