Opvallend herenhuis in neogotische stijl, zogenaamd ‘De Kapelle’. Enkelhuistype met twee traveeën en twee bouwlagen onder pseudomansardedak (nok evenwijdig met de straat, pannen en leien) en een zadeldak (nok evenwijdig met de straat, leien), waartegen aan de achterzijde van het huis een octogonale slanke toren met spitse bekroning aanleunt.

De brede rechter venstertravee, bekroond met een trapgevel, kwam tot stand omstreeks 1882-1884 als representatieve vleugel bij een bestaand brouwershuis, in opdracht van Marie Victoria Braeckman-Dooreman en haar zoon Victor Braeckman, die later burgemeester zou worden van Sint-Amandsberg (1896-1908). Het is een ontwerp van architect Modeste De Noyette, die rond hetzelfde moment het nabijgelegen gemeentehuis van Sint-Amandsberg (1883) ontwierp. Omstreeks 1941, toen het pand in handen kwam van de familie De Schrijver-Bert, werd de vleugel uitgebreid tot een zelfstandig woonhuis na aanpassing van het links aanpalende neoclassicistische geveldeel. Meetkundige en technisch leraar Hipolyte De Schryver verzocht zijn oudleerlingen Emil Buyse (Sint-Amandsberg) en Leo Lefebure (Gent) beide gevels te uniformeren naar een artistieke tekening van huis ‘De Kapelle’ gemaakt door kunstschilder Herman Verbaere. Hierdoor kreeg de linker deurtravee haar huidig uitzicht als een neogotische lijstgevel met een getrapt dakvenster. Daarnaast werd het interieur op dat moment gereorganiseerd.

Baksteenbouw met verwerking van fraai gekapte natuursteen voor de plint, deuren vensterposten, dorpels, lijsten en markeringen van constructieve en decoratieve gevelelementen. Brede venstertravee onder overkraging op fijne halfzuiltjes en centrale smalle trapezoïdale erker op uitgelengd kraagstuk. Getrapte top met door overhoekse ribben gemarkeerde treden en smeedijzeren bekroning van het topstuk. Fijn beeldhouwwerk aan vensterposten en consoles, opvallend goed bewaard gekleurd glas in lood in alle ramen. Deurtravee met breed natuurstenen balkon voorzien van geajoureerde balustrade en getrapt dakvenster. Kunstig gebeeldhouwde stolpnaald voor de dubbele deur.

Aan de achterzijde van het huis, aansluitend bij de vleugel van 1882-1884, bevindt zich een octagonale slanke toren met spitse bekroning. In de toren werden imitatieschietgaten verwerkt. Op de benedenverdieping wordt de volledige achtergevel opengewerkt door een venster met tudorboog, onderverdeeld in twee keer vijf glasramen met niet-figuratief glas in lood. Op de eerste verdieping bevindt zich een kruisvenster en op de zolderverdieping een kloostervenster. Alle vensters zijn met natuursteen omzoomd.

Interieur. De gevels van de vleugel uit 1882-1884 en het interieur vormen een perfect voorbeeld van een totaalkunstwerk in een rijke en kwalitatieve neogotische vormgeving. De venstertravee herbergt naar verluidt twee salons met gepolychromeerde schouwmantels, gesculpteerd houtwerk van de neogotische sculpteur Remi Rooms en muurschilderingen van de hand van kunstschilder Robert De Pauw. De decoratie steunt op neogotische motieven met vierlobben, de uitbeelding van de vier seizoenen, jachtscènes, wapenschilden,… De rest van het woonhuis, namelijk de traphal en bovenverdieping, werden in 1941 heringericht om de vleugel dienstig te maken voor bewoning. Trap in Lodewijk XVI-stijl met een gerecupereerde 18de-eeuwse trappaal. De deuromlijsting naar de salons heeft sculpteerwerk van Van Laere, leerkracht aan de Sint-Lucasscholen, en het glas in lood is van de hand van Cesar Van Hevel.