Dit burgerhuis in neoclassicistische stijl met achterliggende wasserij werd in 1906 ontworpen door architect Urbain Crommen. De opdrachtgever was Ferdinand Masure, die “wasscher” van beroep was en aan het Heirnisplein in Sint-Amandsberg woonde.
De architect ontwierp verschillende panden in de wijk. Voorbeelden hiervan bevinden zich in de Bouwmeestersstraat (nummers 19-21, 29, 31 en 57) en in de Scheldestraat (nummers 56-58 en 107-113). Deze woningen, die tussen 1906 en 1909 gebouwd werden, worden gekenmerkt door een uitgewerkte detaillering van de decoratieve elementen in de gevel. Het oeuvre van Urbain Crommen bevat hoofdzakelijk decoratieve eclectische woningen met verwijzingen naar de art-nouveaustijl. In deze wijk getuigen de ontwerpen van een overgangsfase, waarbij nog vastgehouden wordt aan de traditionele gevelindeling maar tegelijkertijd al geëxperimenteerd wordt met decoratieve elementen uit de art nouveau. Van zijn hand is verder ook het ontwerp uit 1909 voor zijn eigen woning in de Prinses Clementinalaan nummer 20 in Gent. Na dit project kreeg hij een aantal belangrijke opdrachten, waaronder de statige burgerhuizen in de Tentoonstellingslaan in Gent (nummers 34 en 95).
Dit gedeelte van de Scheldestraat wordt gekarakteriseerd door een heterogene opeenvolging van aaneengesloten middelhoge begin-20ste-eeuwse rijwoningen van drie bouwlagen, voornamelijk met bepleisterde neoclassicistische gevels. Nummer 95 past qua stijl en materiaalgebruik goed in het straatbeeld, maar valt op door zijn opvallende gevelbreedte.
De rijwoning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder een asymmetrisch, pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat. De bepleisterde lijstgevel met hardstenen plint wordt bovenaan afgelijnd door een houten, geprofileerde kroonlijst op tandlijst en versierde consoles. De nadruk in het gevelontwerp ligt op de twee identieke, smalle venstertraveeën aan de linkerzijde, die licht uitkragen en bekroond zijn met een gebogen fronton ter hoogte van de kroonlijst. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden bij de venstertraveeën, geprofileerde waterlijsten en hardstenen en beschilderde cordons. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig en de vensters met bewaard houten schrijnwerk zijn identiek uitgewerkt per verdieping.
Op de gelijkvloerse verdieping is aan de rechterzijde een houten vleugelpoort met bovenlichten voorzien. Rechts van de poort is in de plint een gietijzeren voetschraper aanwezig. Links van de poort zijn twee vensters voorzien van guillotineramen, uitgewerkt met een spiegel op de borstwering. Alle gevelopeningen op de benedenverdieping worden bovenaan centraal bekroond door een diamantkop. De vensters op de eerste verdieping worden geflankeerd door stijlen, uitlopend op voluutconsoles die een geprofileerde kroonlijst ondersteunen. Bij de traveeën aan de linkerkant zijn de borstweringen versierd met vaasbalusters tussen gecanneleerde postamenten, bij de rechtertravee is dit een casement. Op de tweede verdieping hebben de vensters een geprofileerde omlijsting, centraal bekroond met een diamantkop. De borstweringen zijn hier gedecoreerd met spiegels, die bij de linkervensters met guirlandes versierd zijn. De vensters van de poorttravee worden geflankeerd door geprofileerde vlakken.
Volgens de bouwplannen gaf de ontwerper dit pand, dat op een opmerkelijk diepe perceel is gebouwd, een enkelhuisindeling mee. De volledige rechterzijde wordt ingenomen door een doorrit die tot achteraan het perceel doorloopt. Aan de linkerzijde wordt de salon langs de straatzijde door een traphal die zich parallel aan de straat bevindt gescheiden van de lijnwaadkamer. Achteraan is een smallere, lage aanbouw aanwezig met een opeenvolging van keuken, strijkkamer, toiletten, wasruimte, remise en paardenstal. De ruime afmetingen van de lijnwaadkamer, strijkkamer en wasruimte bevestigen de aanwezigheid van een wasserij in het pand. Van de bovenverdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar, er kan van uitgegaan worden dat hier de eetkamer en slaapkamers ingericht zijn. Verder is de woning onderkelderd.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/361018 (geraadpleegd op ).
Ruim neoclassicistisch burgerhuis met drie traveeën en drie bouwlagen van het enkelhuistype, onder zadeldak, van circa 1900. Witbepleisterde lijstgevel op arduinen sokkel. Brede poorttravee en links licht uitspringend risaliet van twee venstertraveeën uitgevoerd met horizontale banden en een gebogen fronton bovenop de kroonlijst. Omlijste rechthoekige vensters op de bel-etage verrijkt met rechte kroonlijsten op consoles. Gekorniste kroonlijst met tandlijst en modillons.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 1983: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/26820 (geraadpleegd op ).