Door hoge loofbomen verscholen, achterin gelegen villa in neo-Vlaamserenaissance-stijl, in kern daterend van circa 1900, naar verluidt uitgebreid in 1919 door architect Todt (volgens archiefgegevens circa 1926). Oorspronkelijk bak- en hardstenen gebouw op rechthoekige plattegrond met twee bouwlagen en mansardedak (leien) met oeils-de-boeuf. In 1919 links en rechts respectievelijk voorzien van een brede vooruitspringende travee met topgevelbekroning en torenvormige uitbouw met drie bouwlagen onder koepelvormig dak met lantaarntje. Rond- en korfboogvormige vensters onder doorlopende en horizontaal doorgetrokken waterlijsten. Verder horizontaliserende speklagen en cordons. Sierankers. Terras met balustrade voor de twee middentravee. Achtergevel met in- en uitspringende partijen.