is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Heilig Kruis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Heilig Kruis met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Heilig Kruis en kerkhof
Deze vaststelling was geldig van tot
Parochiekerk Heilig Kruis, omgeven door ommuurd kerkhof en opgetrokken uit baksteen met sober gebruik van zandsteen. Oudste vermelding in 1629, doch kern opklimmend tot de 15de eeuw. Circa 1500 heropgebouwd als hallenkerk met behoud van westelijke toren en middenbeuk. In 1633 werken aan het koor: dichten van het centrale venster voor het plaatsen van een nieuw hoofdaltaar en vernieuwen van de vensters ernaast. Rond dezelfde tijd werden de zijbeuken overwelfd met kruisribgewelven. Midden- en zijbeuken waren oorspronkelijk afgedekt met afzonderlijk zadeldak, sporen ervan zijn nog terug te vinden in de huidige achtergevel. De middenbeuk was toen verlicht door middel van spitsboogvormige bovenlichten (sporen van scheibogen van rechterzijbeuk). De middenbeuk, aanvankelijk met houten overwelving, kreeg begin 18de eeuw een spitstongewelf met zandstenen gordelbogen. Begin 18de eeuw bracht Philip van den Berghe schip en koor onder een zadeldak (leien) tussen zijaandaken (1727). De vensters werden vernieuwd in de 19de eeuw en in 1935 (architect G. Vandenbogaert). Doopkapel, berging en sacristie van 1839-1841 naar ontwerp van Louis Minard.
Plattegrond: driebeukige hallenkerk met vierkante westtoren, geflankeerd aan de zuidelijke zijde door rond traptorentje en aan de noordelijke zijde een doopkapel in het verlengde van de zijbeuk, een schip van drie traveeën, koor van twee traveeën met zijbeuken, uitlopend op een vijfzijdige apsis, geflankeerd door recentere aanbouwsels (sacristie en berging). Vierkante westelijke toren (15de eeuw): baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor sokkel met afschuining, op elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen. Reeds verschillende malen hersteld (1955, 1959, 1961). Vermoedelijk 17de-eeuwse zandstenen deuromlijsting met gedrukte rondboog. Erboven spitsboogvenster met drieledig gotisch maaswerk. Klokkenverdieping met kleine opening en twee geprofileerde spitsboogvormige galmgaten en uurwerk per gevel. Afgedekt met achtkantige ingesnoerde naaldspits.
Zijgevels van schip en koor met vernieuwde geprofileerde lancetvensters met gelijkaardige drieledige tracering en afzaat. Zandstenen druiplijst en verbindend cordon. Zijbeuken aan de westelijke zijde voorzien van spitsboogvormig- en drielobvenster. Koor aan de noordelijke zijde samen met de laatste travee van het schip iets vooruitspringend en versterkt door steunberen; oostelijke zijde met sporen van de vroegere gedichte muuropeningen. Vijfzijdige apsis gestut door steunberen. De eertijds gedichte gotische vensters werden in 1936 opnieuw geopend met uitzondering van het middelste.
Vierkante portaalruimte onder westelijke toren (vernieuwd). Middenschip van de zijbeuken gescheiden door spitsboogarcade rustend op zandstenen zuilen op basis met achtkantig kapiteel (tweede helft 15de eeuw?). Zelfde zuilen in het rijk versierd koor met krulbladkapiteel met eikenbladeren. Overwelving middenbeuk: spitstongewelf van 1727 met zandstenen gordelbogen en kruisribben van stuc, eerstgenoemde versierd met casementen met bloemen en fruit. Zijbeuken overspannen met bakstenen kruisribgewelven (17de eeuw), koor met tongewelf en apsis onder spitsbooggewelf.
Schilderijen: onder andere "Sint-Dominicus die de rozenkrans ontvangt van Onze-Lieve-Vrouw" door Nicolaas de Liemaeckere (zogenaamd "Roose", 1635 en een schilderij door Van Doorselaere. Verscheidene 18de-eeuwse sculpturen en enkele gepolychromeerde houten beelden uit de 19de eeuw.
Hoofdaltaar. Altaarsteen met grafsteen van Pieter Van de Winckle (1416); tabernakel van verguld hout geflankeerd door beelden van Geloof, Hoop en engelen in aanbidding; bekronend fronton op getorste zuilen met "Driehoek met het oog Gods"; schilderij van de Liemaeckere: bewering (circa 1633). Zijaltaren in hout met marmerimitatie toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw (noorden) en aan het Heilig Kruis (zuiden) met toepasselijke cartouche in altaartafel en bekronende driehoek met het oog Gods, respectievelijk geflankeerd door beelden van Heilige Anna en Joachim (1769) en van Heilige Constantinus en Helena (1775) door Philippe Alexis Francois Nijs van Temse.
Eikenhouten koorgestoelten: zuiden door Ludovicus Stevens (1732) en noorden door de zogenaamd meester van Sint-Amand (1748). Fraaie lambriseringen, in het koor in Lodewijk XVI-stijl van 1760-61. Eikenhouten preekstoel door Jacob Ulner (1619).
Eikenhouten biechtstoel, vermoedelijk door Jan de Vos van 1674. Andere biechtstoelen door Petrus Vereecken van Gijsegem (1872). 18de-eeuwse doopvont met koperen deksel.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Recent bouwhistorisch onderzoek heeft geleid tot een grondige herziening van de bouwgeschiedenis van de kerk. Zij werd niet heropgebouwd rond 1500 als hallenkerk, maar is in de huidige toestand het resultaat van een complexe bouwgeschiedenis die opklimt tot rond 1300.
Het oudste deel is het middenkoor met vijfzijdige apsis, die op basis van vormelijke en constructieve kenmerken van de baksteenbouw dateert uit het einde van de 13de of het begin van de 14de eeuw. Dit deel kan zijn gebouwd tijdens of kort na de eerste schriftelijke vermeldingen van de parochie. In 1295 wordt de parochie van Sint-Kruis-Winkel voor het eerst vermeld; in 1298 is er voor het eerst sprake van een parochiepriester.
Kort na de bouw van het eerste koor werden in afzonderlijke bouwfasen zijkoren toegevoegd aan de noord- en zuidzijde. Na deze uitbreiding tot driebeukig hallenkoor werd de kerk verlengd naar het westen. Het middenschip kwam tot stand in de loop van de 14de of 15de eeuw. Het was waarschijnlijk geflankeerd door lagere zijbeuken. De westtoren werd afzonderlijk van het schip gebouwd, maar wel in dezelfde periode.
In de 17de of 18de eeuw werden de zijbeuken verbreed en verhoogd en werd de hele kerk behalve de centrale apsis onder één groot zadeldak gebracht. De kerk kreeg hierdoor het uiterlijk van een hallenkerk, die echter het resultaat is van de verbouwing van een gedeeltelijk basilicale kerk.
Onder het grote zadeldak zijn de middeleeuwse delen nog deels bewaard: de dakkap en de lichtbeuk met spitsboogvensters van het middenschip en de westgevels en resten van de dakkappen van de drie koorbeuken.
Hoewel verborgen achter een verbouwing uit de Nieuwe Tijd is de kerk van Sint-Kruis-Winkel een belangrijk voorbeeld van laatmiddeleeuwse baksteenarchitectuur in het noorden van Vlaanderen.
Ommuurd, grotendeels geruimd kerkhof omheen de kerk met een collectie aan voornamelijk 20ste-eeuwse graftekens.
Het kerkhof rond de kerk behield de contouren die reeds op het primitief kadasterplan (1830-1833) en de Atlas der Buurtwegen (1841) voorkomen. Buurtweg 16 bedient vanuit het noorden het kerkhof maar liep vermoedelijk door tot aan de hoofdweg ten zuiden van het kerkhof, zoals ook te zien is op Vandermaelenkaart uit 1846-1854. Aan de hoofdstraat was het kerkhof in 1841 vermoedelijk afgesloten door een hek aan pijlers.
Het typische plattelandskerkhof is deels geruimd en vergroend. Het kerkhof is nog steeds met een bakstenen witgekalkte muur omheind. Vandaag bleven vooral tussen de straat en het kerkgebouw graftekens bewaard. De site geeft een goed beeld van het rijtjesdenken uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Elders op het kerkhof staan nog verspreide graftekens.
Het historische kerkhof rond de kerk biedt een overzicht van 100 jaar aan vormgeving, materiaalgebruik, stijlen en materialen. Voornamelijk het gebruik van blauwe hardsteen in combinatie met marbriet voor de tekstplaten overheerst. Zowel het zelfstandige kruis als de stèle-met-graftuin, de stèle-met-zerk en verhoogde zerken komen voor.
Tegen de zuidgevel van de kerk, onder een luifel, hangt de witmarmeren grafplaat van de familie delle Faille. De grafplaat werd in 1818 overgebracht uit de Sint-Michielskerk van Gent. Het arduinen podium voor de grafplaat bedekt de grafkelder van de familie. Drie treden leiden naar de plek onder de luifel waar oorspronkelijk een kruisbeeld stond. De houten christus werd door de stadsdiensten van Gent hersteld in 1982-1983 en ter bescherming in de kerk geplaatst. De marmeren grafplaat werd gekopieerd in 2000-2001.
Aan de westzijde van de kerk ligt een perceel met graven van oud-strijders. Ze zijn bijgelegd onder individuele private graftekens met een verschillende vormgeving en herkenbaar aan een schildje met de Belgische vlag. Het perk werd in de loop van 2020-2021 heringericht tot een uniforme herdenkingsplek voor oud-strijders.
Ten noorden van het koor ligt een tweede ereperk waar oud-strijders onder uniforme graftekens werden bijgezet. De graftekens bestaan uit afgeronde stèles met daarop een kruis en een porseleinfoto van de overledene.
Het terreinonderzoek werd uitgevoerd in 2017.
Is deel van
Sint-Kruis-Winkeldorp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Heilig Kruis met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26910 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.