Rij van tien arbeidershuisjes van één bouwlaag en twee traveeën van 1870. Witgeschilderde geveltjes met repeterend schema; gepikte plint en doorlopend zadeldak (pannen). Muuropeningen met afgeronde hoeken, vensters gedeeltelijk afsluitbaar door vouwbare luiken en houtwerk grotendeels bewaard. Aflijnende overhoekse muizentand. Aan de achtergevel wordt het water uit de dakgoot opgevangen in regentonnen. Parallel met de huizenrij dienstgebouwtjes of toiletten onder lessenaarsdak en hier en daar kolenbakken.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)