is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis de Lalaing
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Herenhuis de Lalaing
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis de Lalaing
Deze vaststelling was geldig van tot
Zogenaamd Huis de Lalaing, heden kantoren van de Stedelijke Jeugddienst, restauratie-atelier voor Oudenaardse wandtapijten en weefatelier voor nieuwe wandtapijten.
Voormalig herenhuis gebouwd op de plaats van het oude pandjeshuis of Lombardenhuis van Pamele (tot eind 15de eeuw?). In 1519 vermeld als "Hof van Schorisse", woning van stadsgouverneur Charles I de Lalaing, heer van Schorisse en zijn echtgenote Jacqueline van Gavere, weduwe van Jan van Luxemburg. Later zogenaamd "Huis van Luxemburg", bewoond door de zoon van bovengenoemde, Philippe de Lalaing. Ook zogenaamd "Hotel van Egmont", confer akte van 1714, naar de bewoners in het vierde kwart van de 16de eeuw, Guillaume de Lalaing en zijn echtgenote Marie Christine van Egmont, dochter van graaf Lamoraal van Egmont. Ten slotte ook zogenaamd "Hotel de Berlaimont", naar de dochter van Philippe de Lalaing, Marguerite, gehuwd met Florent, graaf van Berlaimont. Eind 17de eeuw werd het goed eigendom van de familie de Kerckhove, heren van Etikhove en Ladeuze. Achtereenvolgende verkopingen; onder meer in 1868 aan de familie Boulez, die het Oudenaards tapijtwerk waarmee de salons waren bekleed verkochten aan het Engelse vorstenhuis; in 1919 aan chirurg De Meulemeester, herstel oorlogsschade en aankleding interieur; in 1965 aan advocaat Puissant, die het huis ten slotte verkocht aan de stad Oudenaarde in 1976, die er onder andere een (restauratie)atelier voor wandtapijten inrichtte.
Ruime woning met L-vormige plattegrond opgetrokken in verschillende bouwfasen in de 17de eeuw haakse vleugel op binnenplaats en 18de-eeuwse straatvleugel. Aan de straatzijde brede voorgevel in rococostijl uit de 18de eeuw uitziend op de Schelde, vermoedelijk gebouwd in verschillende fasen: eerst het huidige onderkelderde midden, dan het gedeelte met de huidige poort, later een aanbouw voor het oorspronkelijke diephuis (huidige twee linkse traveeën), en ten slotte de nieuwe gevel aangepast in rococostijl. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel op zandstenen plint van acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met twee dakkapellen in rococostijl. Gevel gevat tussen geblokte hoekbanden. Rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling uit het derde kwart van de 20ste eeuw op lekdrempels, omlijst met platte banden. Uiterst rechts brede rondboogpoort in zandstenen omlijsting met waterlijst, deel uitmakend van een oudere constructie. Eikenhouten deur met fraai gesculpteerde, nog barokgetinte makelaar met ingekerfd jaartal 1717. Driehoekig fronton boven de vier middentraveeën, voorzien van dubbel oeil-de-boeuf met rococoversiering, en ondersteund door twee consoles in gelijkaardige stijl. Achtergevel in bak- en zandsteen met tudorboogvormige doorgang en kruiskozijnen.
Haakse vleugel met zichtbare sporen van drie bouwfasen: oorspronkelijk diephuis met voorpuntgevel afgewerkt met vlechtingen, zichtbaar op zolder, aanbouwsel van trappenhuis en achterbouw, en ten slotte aanbouwsel ten oosten Naar zuidoosten gerichte gevel uitziend op binnenplaats, in dezelfde bouwstijl als de achtergevel van de straatvleugel, namelijk bak- en zandsteenstijl met kruiskozijnen. Rechthoekige deur (+ trap uit het derde kwart van de 19de eeuw) met bolkozijn als bovenlicht. Onder twee rechtse traveeën kelderdeur (+ treden). Achtergevel van aanbouwsel eveneens in rococo getinte stijl met bepleisterd gevelfronton met oeil-de-boeuf in rocailles. Witgeschilderde gevel met rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling.
Oude kelder met twee maal drie kruisgewelven onder de straatvleugel en later verbouwde kelders onder het latere aanbouwsel. Naar verluidt behouden binnenmuren in vakwerkbouw. Mobilair voornamelijk aangepast in de loop van de 20ste eeuw met toevoeging van oude gerecupereerde elementen, bijvoorbeeld marmeren schouwen, onder andere uit abdij van Ninove, een hergebruikte eikenhouten trap uit de 18de eeuw, zogenaamd Chinees salon met deur verfraaid met chinoiserie in lak en schouwboezem met stucversiering in rococostijl. Op bovenverdieping eveneens verschillende kamers met marmeren schouwen en een zogenaamde "Vlaamse kamer", met schouw, balklaag en lambriseringen in renaissancestijl.
In tuin, heropgebouwde pui van een gesloopte gevel uit Krekelput, hoek met Burgschelde, vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Tack, Anja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Charles de Lalaing was getrouwd met Jacqueline Van Luxemburg-Fiennes (1470-1520), niet met Jacqueline Van Gavere (+1503). Hij erfde echter wel het huis van haar via zijn grootmoeder Jeanne Van Gavere die gehuwd was met Simon de Lalaing. Dezelfde Jeanne was de tante van Jacqueline Van Gavere.
De woning werd volgens C. Puissant al in 1957 door advocaat Puissant aangekocht, en niet pas in 1965. De akte van verkoop van de woning door advocaat Puissant aan de stad Oudenaarde werd in 1977 getekend.
Is deel van
Bourgondiëstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis de Lalaing [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/27050 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.