Voormalige "Refuge van de abdij van Ename". In 1360 gekend als de zogenaamde "Ramen". Van 1504 tot de Franse Revolutie eigendom van de abdij van Ename en refuge. In 1797 verkocht aan particulier, onder andere in de tweede helft van de 19de eeuw eigendom van brouwersfamilie Liefmans. Volgens de administratie van het Scheldedepartement eind 18de eeuw in vervallen toestand.
Heden deels ommuurde tuin. Voorheen omringd door muur, aangebracht in 1650, en water, namelijk de Grachtschelde, de stadsomwalling en de Schelde, en toegankelijk via een gemetste toegangspoort, nu een sierlijk smeedijzeren hek met art-nouveau-inslag.
Heden langgerekt blok van twee bouwlagen onder drie zadeldaken. Bak- en zandsteenbouw met nu beraapte (tot 1918 bepleisterde en geschilderde) gevels, met talrijke rechthoekige ramen met houten kruiskozijnen in witbepleisterde omlijsting. Oudere middenpartij vermoedelijk uit de tweede helft van de 17de eeuw, van zes traveeën onder zadeldak (vernieuwde leipannen) gevat tussen zijtrapgevels (negen treden + topstuk), met deur in eerste travee en op de rechterhoek een voormalig rond traptorentje onder gedeeltelijk spitsdak (leien), voorzien van rondboogdeur en drie spitsboogvensters in zandstenen omlijsting met negblokken.
Rechts woongedeelte van vijf traveeën onder afzonderlijk zadeldak (pannen) met oude kern van één bouwlaag, vermoedelijk eind 18de eeuw met een verdieping verhoogd. Links gelijkaardig aanbouwsel van twee traveeën en twee bouwlagen toegevoegd in de 19de eeuw en haaks erop dienstgebouwtje uit de 19de eeuw en zeshoekig toilet.
Het Refugiestraatje leidt van Tussenbruggen naar de beraapte tussen trapgevels gevatte achtergevel met sporen van een gedrukte rondboogpoort in derde en vierde travee.
Interieur. Huidige inkomhal aangebracht bij verbouwingswerken en gevelaanpassingen na de Eerste Wereldoorlog: gang van drie traveeën overwelfd met neogotische kruisribgewelven gescheiden door spitsbogige moerbogen rustend op consoles. In woonkamer (voorheen drie kamers) laatgotische haard met zandstenen wangen; balklaag met versierde moerbalken op zandstenen consoles. In rechter aanbouwsel trappenhuis met indrukwekkende houten slingertrap uit de 19de eeuw en voorts op beide verdiepingen ruime kamers met 19de-eeuws stucwerk en schouwen. In linker aanbouwsel, kamer met neo-renaissanceschouw met natuurstenen wangen en houten lambrisering op boezem. Bovenverdieping aan tuinzijde voorzien van gang met balken op consoles.
In zuidelijke hoek van tuin, aan de in 1961 gedempte Grachtschelde, leidt een naar links draaiende trap naar een rechthoekig prieel met ingebouwd rond belvedère-torentje afgedekt met koepeldakje, vermoedelijk uit begin 19de eeuw. Bepleisterde wanden en rondboog- en spitsboogvensters met houten roedeverdeling. Verhoogde begane grond met bordes voorzien van ijzeren leuning.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nr. 197.
- Stadsarchief Oudenaarde, Fonds kaarten en plans, K. 492.