Ruim hoekhuis in laatclassicistische stijl met voorgevel van zeven traveeën en drie bouwlagen, afgedekt met zadeldak (pannen), uit de tweede helft van de 18de eeuw. Wanneer huidevetter L.E. Onraet in 1760 huwt, neemt hij kort daarna zijn intrek in dit huis met huidevetterij. Zijn schoonzoon F. Van der Meersch werd eveneens huidevetter en bewoner van het huis. Sindsdien bleef het huis in handen van de familie Van der Meersch.

Bepleisterde en geschilderde lijstgevel met dubbelhuisopstand op arduinen plint. Licht uitspringende en geaccentueerde middenpartij van drie traveeën. Rechthoekige vensters met houten kruiskozijnen, op begane grond met persiennes. Spiegelboogdeur in zandstenen omlijsting, deels vernieuwd in hardsteen. Rechts van deur, voetenschraper. Paneelversiering op de borstwering tussen begane grond en bovenbouw; in de middentravee voorzien van guirlandes. Gekorniste en geprofileerde lijst boven de tweede bouwlaag, ter hoogte van de middentravee rustend op consoles in Lodewijk XVI-stijl. Vensters van eerste twee bouwlagen gevat in vlakke, doorlopende omlijsting. Derde bouwlaag zonder gevelversiering. Aflijnende kroonlijst op klossen. Op rechter hoekpenant houten kapelletje met Mariabeeld, naar verluidt naar ontwerp van E. Vandevijvere van 1955. Verankerde zijgevel. Witbepleisterde achtergevel van vijf traveeën met rechthoekige vensters en sobere stijlkenmerken.

Interieur. Eiken trap met fraai gesculpteerde trappaal uit de tweede helft van de 18de eeuw, eventueel verplaatst. Kamers met 18de-eeuwse stucschouwen en bepleisterde plafonds voorzien van twee moerbalken. In achterdeur en venster van trappenhuis zeer fraaie geschilderde glas-in-loodramen met vrouwenfiguren in art-nouveaustijl.

Ommuurde tuin met achterin gelegen bakstenen tuinhuis onder geknikt leiendak, naar verluidt voorheen met gevelsteen gedateerd 1907. Tuingevel met rondboogpoorten en centraal risaliet doorgetrokken in dakvenster met puntgeveltje en verfraaid met beeldnis met heiligenbeeldje.