Herenhuis van vier onderkelderde travee en twee bouwlagen onder mansardedak (leien) met houten dakkapel en oeils-de-boeuf, volgens bouwvergunning van 1906 naar ontwerp van architect A. Massez, voltooid in 1915. Voorgevel met natuurstenen parement, horizontaal gemarkeerd door puilijst, gesculpteerde bladfries, cordons en aflijnend hoofdgestel met dito fries en houten kroon- en tandlijst op klossen. Gelijkvloers met omriemde rechthoekige vensters en grote poort in tweede travee. Rijkelijk uitgewerkte bovenverdieping met rechthoekige vensters tussen composietpilasters, onder versierd hoofdgestel en met balusterborstweringen; gekoppelde deurvensters met balkon boven de koetspoort.

Bakstenen achtergevel met uitgebouwde veranda met lichtkoepel en erkervormige uitbouw.

Interieur. Volledig behouden plattegrond en aankleding: koetsdoorgang met omlopende beschilderde stucfries boven een sjablonenbeschildering, bordestrap, salons met marmeren schouwen en behouden behangpapier onder meer met trompe-l'oeil lambriseringen.

Links achteraan behouden gecementeerde koetshuizen en paardenstallen, ijzeren hek ter afsluiting van de tuin en klein huisje met bakoven rechts, naar verluidt een rest van een rij kleine woningen.