Zogenaamde Boudewijnstoren en aanpalend huis "Huis van Margaretha van Parma", gelegen aan de voorheen zogenaamde Garenmarkt of Kleine Markt, het oudste plein binnen de stadsvesten.
In de 19de eeuw beschouwd als zogenaamde Boudewijnstoren, naar de toen vermeende bouwheer uit de 11de eeuw, Boudewijn V, graaf van Vlaanderen; vermoedelijk eerder een resterend deel van een romaans steen uit de 12de eeuw, namelijk een stedelijke patriciërstoren als statussymbool met aanleunende zaalbouw. Toren van Doornikse breuksteen op nagenoeg vierkant grondplan van heden vijf bouwlagen onder tentdak (leien); oorspronkelijk vier bouwlagen met kantelenrij (twee kantelen per gevel) en plat dak. Tijdens oorlogsdagen van mei 1940 werd het bovendeel van de toren vernield en nadien "voorlopig" hersteld. Op begane grond rondboogpoort. Twee behouden rondboogvensters, oorspronkelijk luikopeningen, respectievelijk op de tweede en vierde bouwlagen, en later toegevoegde rechthoekig vensters. Behouden deur- en vensterduimen uit de romaanse periode. Op de linkerhoek, tussen vierde en vijfde bouwlaag, waterspuwer ter hoogte van de vloer van de vroegere weergang. De bovenste verdieping vertoont sporen van tinnen en opgevulde moordgaten. Gelijkaardige achtergevel met grote rondboogpoort, flankerend schietgat en oorspronkelijke rondboogvensters op derde en vierde bouwlaag, het steekboogvormig venster op de tweede bouwlaag is een latere aanpassing. Verspreid over de verschillende gevels zijn een vijftigtal steigergaten.
Interieur. Bepleisterde kruisribgewelven op bovenverdieping.
Het aanpalende huis, toegankelijk via de "Boudewijnstoren", werd sedert de 19de eeuw eveneens verkeerdelijk toegewezen als geboortehuis van Margaretha van Parma. In feite een romaanse zaalbouw horend bij de toren ernaast; later het voormalige godshuis of hospice voor arme "knechtjes", opgericht bij testamentaire wilsbeschikking van Jan Stalins in 1647. Het testament werd uitgevoerd in 1662, de eerste jongens werden pas aanvaard in 1673. Het godshuis werd in 1676 ondergebracht in het door Barbara Voet geschonken huis, het huidige rechtse gedeelte, voorzien van een ruime achterbouw. De school werd vergroot in 1763 met het ernaast gelegen links gedeelte. Reeds in 1784 keerde de school terug naar het rechterdeel. In 1796, na de Franse Revolutie, werd het godshuis eigendom van de Commissie der Burgelijke Godshuizen, later Commissie Openbare Onderstand. In het derde kwart van de 19de eeuw werd het volledige huis omgebouwd tot armenschool. Nu na jarenlange leegstand dringend aan restauratie toe.
Laatgotische voorgevel, vermoedelijk gebouwd in de eerste helft van de 16de eeuw in plaats van middeleeuws zaalbouw, zie behouden dwarsmuren van Doornikse steen en kelder. Onderkelderde zandsteenbouw met lijstgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (roofing en pannen), voorheen met vorstkam, gevat tussen zijtrapgevels (10 treden en topstuk); twee zandstenen getrapte dakvensters. Bij schenking van B. Voet aan de arme jongenschool gesplitst in twee woningen, met een deur voor de rechtse woning in de huidige vierde travee. Kelderverdieping met twee getraliede keldervenstertjes en sporen van korfboogvormige kelderdeur met trap uiterst rechts. Zandstenen kruiskozijnen (gerestaureerd). Overkragende bovenbouw met tudorbogen rustend op halfzuiltjes op sokkel en met kapiteel. Ritmerende waterlijsten. Nagenoeg blinde bakstenen achtergevel, eveneens uit de 16de eeuw. Voorheen met twee parallelle diephuizen achteraan.
Binnenin: kelders met tongewelven en houten balklagen met geprofileerde moerbalken.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief.
- VANDERSTRAETEN E., Recherche sur les communautés religieuses et les institutions de bienfaisance établies à Audenarde, depuis le XIIe siècle jusqu'à la fin du XVIIIe, II, Oudenaarde, 1860, p. 95-110, 199-208.
- VANDE VELDE H., Het Oudenaardsche door de Eeuwen heen, Leupegem, 1946, p. 10.
- VAN DE WALLE A.L.J., De Romaanse Boudewijnstoren te Oudenaarde, in Cultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, 1949, IIe band, IVe deel, Gent, 1950, p. 87-100.
- VAN WEGENS I., De familie Stalins en de organisatie van de armen- en wezenzorg in Oudenaarde: "Het godshuis voor arme knechtjes" (1647-1796), in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde van zijn Kastelnij en van den Lande tusschen Maercke en Ronne, XXVII, 1990, p. 167-179.
- VAN WEGENS I., Een godshuis voor arme knechtjes. Studie van een Oudenaardse armenschool (1647-1796), onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, 1988.