Zogenaamd "Hof de Bruwaan". Voormalig neerhof en koetshuis van het zogenaamd "Kasteel Beverwaen, Brewaene of Bruwaan", zetel van het "leen Beverwaen" gehouden van de heerlijkheid Bevere en waarvan de oudste vermelding het "huus van Bedruan" teruggaat tot 1232 met als eerst gekende eigenaar Margaretha van Bedruwaen. Belangrijke Oudenaardse families zijn als eigenaars bekend: in de tweede helft van de 14de eeuw de familie Cabeliau, later het huis van Clessenare en sinds midden 16de eeuw in bezit van de familie van der Meere (zie gravure van het renaissancekasteel in Sanderus' Flandria Illustrata, 1644).
Achterin gelegen, voorheen volledig omgrachte ovale site met hierbinnen afzonderlijk omgracht opperhof waarop tot circa 1860 het kasteel stond. Heden is enkel nog de motte (naar verluidt met bewaarde kelders) herkenbaar in het landschap.
Behouden deels gekasseide toegangsweg en volledig begroeide hekpijlers met ijzeren hek in zuiden.
Ten zuiden op het gekasseide erf, schuin ingeplant voormalig neerhof van zeven traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), met oude kern, recent gerenoveerd en "gefermetteerd" met enkel behoud van volume.
Ten westen, voormalig koetshuis en portierswoning, oorspronkelijk met gewit hoog- en laaghuis onder verspringende zadeldaken (pannen, nok loodrecht op de straat) recent eveneens gerenoveerd met behoud van volume, koets- en staldeuren maar volledig nieuw tentdak op hooghuis.
Ten zuiden, vóór de motte, naar verluidt duiventorentje, achthoekig gebouwtje met één bouwlaag onder achtzijdig dak (roofing in plaats van stro). Gecementeerde gevels met rechthoekige deur vooraan en lunetten onder de getrapte daklijst.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nummer 2545.
- CASTELAIN R., Heerlijkheden en lenen in Bevere (13e tot 16e eeuw), in Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde van zijn Kastelnij en van het land tussschen Maercke en Ronne, XXIX, 1992, p. 5-38.