Zogenaamd "Nonnenmolen" aan de Maarkebeek met achterin haag gelegen watermolencomplex. Vermelding van een molen reeds voor 1269. Op 6.9.1296 aangekocht door de nonnen van de abdij Maagdendale te Oudenaarde van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal die hem verwierf van de Vrouwe van Lombeek. Watermolen zou de middelste zijn geweest van drie molens op de Maarkebeek: bovenste een schorsmolen, laagste een olieslagmolen, "Nonnenmolen" was een graanmolen; in 1578 vermeld als koren- en oliemolen. In 1580-1582 totaal vernield en volledig heropgebouwd in 1586. Zwaar beschadigd tijdens de Slag van Oudenaarde. In 1891 en in 1904 werd een stoommachine geplaatst, heden verdwenen. In de jaren 1970 raakte de molen in verval.
Geheel van boerenwoning tegen molengebouw met watermolen, alleenstaande dwarsschuur en ten zuiden, bakhuis op eiland.
Ten zuidwesten, op met gras begroeid, beboomd en gekasseid erf, langgerekte verankerde en gewitte bakstenen vleugel uit de tweede helft van de 18de eeuw op gepikte plint onder zadeldaken (pannen, nok parallel met de straat); molengebouw en boerenwoning omvattend.
Molengebouw van drie + twee traveeën en twee bouwlagen, westelijk deel wellicht in de tweede helft van de 19de eeuw hoger opgetrokken, zie muurvlechtingen op rechterzijgevel. Licht getoogde en rechthoekige muuropeningen, kleine vensters met stenen latei, links laaddeur op verdieping.
De waterraderen: een onderslagrad bestaande uit aaneengeboute profielen en met stalen as en gietijzeren hart, een geklonken bovenslagrad, op grotere afstand van de molen, is thans in verval. Dankzij de combinatie van een onder- en een bovenslagrad kende deze molensite een bijzonder hoog rendement door een maximale benutting van zowel een hoge- als lage waterstand.
Twee asputten met een uitzonderlijk aantal raderen, het roerend werk kon zowel door het bovenslag- als door het onderslagrad in werking worden gezet. Tussen de twee asputten treft men een indrukwekkend overbrengingssysteem op een horizontale as.
Molentechnisch is de multifunctionaliteit van de installaties opvallend: onder meer oliepletmolen, meelproductie, graankuiser, plansichter, slijpsteen, houtzaag, haverpletter en andere die hydraulisch werden aangedreven. Het sluiswerk bestaat uit houten schotten met eiken planken in arduinen geleiders. Bijzonder is het zuidelijk gelegen 'eiland', gevormd tussen de hoofdbeek en de bijpas, dat afgeboord is met 17de-eeuwse natuurstenen damwanden. Het herbergt een hoogstamboomgaard, kaplinden, een oude moestuin en een bakoven. Watermolen zal worden gerestaureerd.
Boerenwoning van één vooruitspringende + zes traveeën en één bouwlaag, tandlijst en licht getoogde muuropeningen; beluikte vensters met bewaard houtwerk, dito deur onder bovenlicht in tweede en zesde travee, laatste in hardstenen omlijsting. Naar verluidt 1614 op linkse binnendeuromlijsting.
Ten noordoosten, dwarsschuur met stallen, verankerde gewitte gevel op gepikte plint onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat); grote rechthoekige poortopeningen. Rechts laag aanbouwsel onder lessenaarsdak, links dwars aanbouwsel onder verlengd zadeldak.
Bakhuis gelegen aan de overkant van de Maarkebeek, op het zuiden gelegen 'eiland'.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief.
- BAUTERS P. - BUYSSE R., De Oostvlaamse watermolens, Gent, 1980, p. 66-71.
- VANDEPUTTE J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 40-44.