Brouwerij Roman, in oorsprong teruggaand op de volledig verdwenen afspanning "De Clocke", met bijhorende hoeve, maalderij, mouterij en brouwerij, in 1545 bezit van J. Roman, tevens baljuw van de baronie Schorisse en voorouder van de huidige eigenaar van de brouwerij. Heropbouw na brand in 1668 van brouwerij "De Clocke". Van nevenbedrijf uitgegroeid tot familiebedrijf van de familie Roman, minstens sinds 1885 voorzien van stoomkracht. In 1892 zogenaamd "Brasserie Alouïs Roman". In 1926 aanvang van de volledige vernieuwing van de brouwerij tot een modern industriëel bedrijf, voornamelijk oostwaarts van de oude brouwerij met hoeve op de hoek met Varent. Sinds 1927 oprichting van de zogenaamde "N.V. Brouwerij Roman". Uitbreiding van het complex met aanzienlijke verlenging van de gebouwen aan de straat in het begin van de jaren 1930. Voortdurende expansie en modernisering van het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog tot op heden, echter met behoud van de bedrijfsgebouwen uit het interbellum naar ontwerp van architect A. Peynsaert aan de straat en van de karaktervolle ruime binnenplaats. Naast producent van een uitgebreid gamma bieren, tevens productie van mineraalwater en limonades van lokale bron.
Van op straat wordt de aanblik van het bedrijf nog steeds bepaald door een indrukwekkend bouwvolume dat in de lengte aan de straat naar verluidt voornamelijk in de periode 1927-1932 werd uitgebouwd. Het oudste gedeelte rechts van twee en drie bouwlagen van 18 traveeën lang met op de rechterhoek bij de ingang van het bedrijf een aansluitende torenachtige bouw van vier verdiepingen met brouwzaal (1927), alles met plat dak. Architecturaal verzorgde oranje bakstenen constructie met sterke en regelmatig gecompartimenteerde gevels verticaal geritmeerd door lisenen en eindigend op vernieuwde blinde attiek. Lagere gedeelte links van 1931-1932 met hoge ronde bakstenen schoorsteen waarvan middendeel met omlopende decoratieve banden en ruitmotieven. In laatstgenoemde gedeelte bewaarde oude machinezaal of zogenaamde energiezaal (niet meer in gebruik) met industrieel archeologisch interessante technische installatie uit de jaren 1930: twee koelmachines één van Rheinmetall-Borsig en één van Phoenix - Gand; een alternator van ACEC (Charleroi) en een stoommachine Stork (Holland) gedateerd 1937. Oude stoomketel naar verluidt van 1934. Prachtige brouwzaal met vier koperen brouwketels.
Aanpassing van het gedeelte van het complex rechts van de toegangspoort in de jaren 1950 naar ontwerp van architect V. Peeters (Brussel) met onder andere rechts naast de ingang bureelgebouwen van circa 1952 en aanpalende vroegere brouwerswoning uit de eerste helft van de 20ste eeuw, vernieuwd circa 1954, heden woning van de technische directeur (nummer 103).
Aan de overkant van de straat, bij het bedrijf horend alleenstaand gewit bakstenen gebouw (nummer 78) met industriële functie in landelijke villastijl, van circa 1940; opgericht als pompstation met installatie voor watercorrectie. Verderop in de straat (nummer 82 grenzend aan Hoek), rode bakstenen villa met zadeldak uit begin jaren 1940 naar ontwerp van architect A. Peynsaert, gebouwd voor hoger personeel van de brouwerij.
- PATROONS W., Bier, Antwerpen-Amsterdam, 1979, p. 174-175.
- POLET M., (mondelige gegevens).
- TACK D., Herinneringen aan Mater in prentkaarten en oude foto's, Oudenaarde, 1978, p. 66-68, 92.
- VAN HOOLANDT G., Bijdrage tot de geschiedenis van Mater, Mater, 1986, p. 355-357.