Opmerkelijk groot ensemble van hoevegebouwen, volgens het primitief kadasterplan voorheen één hoeve van het semigesloten type en nadien, wellicht sedert het derde kwart van de 19de eeuw, gesplitst in twee hoeven. Vroeger vijfzijdig erf verdeeld door bakstenen muur; achterin gelegen boerenwoning eveneens opgesplitst. Jaartal 1830 naar verluidt in balk van zoldering woonkamer (nummer 104).
Nummer 104. Omvangrijk bakstenen hoevecomplex waarvan de bedrijfsvleugels palen aan twee verschillende binnenplaatsen: rechts een klein gekasseid en min of meer rechthoekig erf toegankelijk via doorrit in bedrijfsgebouw palend aan straat en achterzijde afgesloten door de boerenwoning; links opzij daarvan een groter onregelmatig en deels gekasseid semigesloten erf met breed ijzeren toegangshek, met mestvaalt en doorrit naar het achtererf.
Naar het zuidoosten georiënteerd boerenhuis van vier traveeën onder zadeldak (kunstleien, nok parallel aan de straat). Eén houten anker midden tegen de eenvoudige erfgevel, naast de rechthoekige deur. Op de kleine binnenplaats: waterput met katrol en pomp in gesloten overdekking met afgewolfd pannendak tegen de scheidingsmuur met nummer 106.
Overwegend golfplaten bedaking voor de verschillende bedrijfsgebouwen. Vrij gesloten vleugel aan de straat met rechthoekige toegangspoort voorzien van windwijzer met ruiter op rechter nokeind van schilddak; voorts midden in straatgevel voorzien van opvallend gevelkapelletje: beglaasde rondboognis in grijze en rode bakstenen omlijsting met oren en druiplijst en Onze-Lieve-Vrouwebeeld.
Nummer 106. Bescheidener hoeve van het semigesloten type. Boerenwoning van vier traveeën onder zadeldak (pannen). Verankerde en geschilderde erfgevel op gecementeerde plint. Eén houten anker op de scheiding met de woning van nummer 104. Licht getoogde vensters in gecementeerde omlijstingen met luikduimen; rechter venster gewijzigd tot deur.