Watermolen zogenaamd "Zwadderkotmolen" en ook "Waterkotmolen". Gelegen aan een zijweg naar de Gaverstraat, naast de Oossebeek en in een gaaf gebleven landschap. Vroegere cirkelvormige spaarvijver ten zuiden opgevuld en nu begroeid met bomen. In oorsprong zeer oude molen. Opgenomen in een inventaris van 1456 van de baronie van Schorisse. Als oliemolen vermeld in 1571, sinds begin 19de eeuw korenwatermolen en waarschijnlijk toen aangepast. Jaartal 1809 op zandsteen boven houten latei van rechthoekige poort aan binnenzijde van westelijke puntgevel verwijzend naar jaar van aanpassing van de geveldoorbreking. Vernieuwd in 1868 en gedeeltelijke afbraak in 1882. Circa 1965 molen stilgelegd. Nadien met onderbreking horecabedrijf, namelijk café en sinds 1988 restaurant met galerij "Zwadderkotmolen". Gerestaureerd in 1975-76.
Alleenstaand molengebouw van gewitte baksteen onder zadeldak (pannen), aangepast aan zijn nieuwe bestemming onder meer door toevoeging van een inkomportaal onder lessenaarsdak tegen de Westelijke puntgevel. Lage aanbouwsels met plat dak tegen de zuidelijke lijstgevel waar zich de oorspronkelijke toegang bevond. Noordelijke lijstgevel met links inspringende gevelhelft op onderbouw en onder brede dakoverstek op hoekschoor; klein getralied rechthoekig venstertje en twee rondboogvensters met luik. Puntgevel aan beekzijde met natuurstenen afwerking rond ingang as van waterrad. Twee steekboogvormige bovenvensters. IJzeren bovenslagwiel; ijzeren geklinknagelde maalgootbak, houten sluisdeur bediend via ijzeren hefboom, kabel en katrol vanuit maalruimte. Gebetonneerd kanaal, trapsgewijze verlopende lossluis en betonnen dammen. Zeer compacte monumentale maalinstallatie uit 1868 met drie steenkoppels, met gietijzeren overbrenging. Vierkante hel met houten afdekking. Steenbed op houten steunen. Zware houten steenkisten, vierkante houten meelgoten eindigend in geprofileerde meelbakken. Bewaarde karen en houten schuddebakken. Aanwezig luiwerk.
Buiten: een koppel pletterstenen van de voormalige olieslagerij en twee maalstenen.
BAUTERS P. - BUYSSE R., De Oostvlaamse watermolens. Inventaris 1980, in Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks - Nr. 11, 1980, p. 85-85.
VANDEPUTTE J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 107-108.
Van Hoolandt G., Bijdrage tot de geschiedenis van Mater, Mater, 1986, p. 350.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Tack, Anja Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)