erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Martinus en kerkhof

bouwkundig element
ID
27684
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/27684

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Georiënteerde kerk ingeplant op een opgehoogd terrein van de Rug van Meerse bij het begin van de straat en excentrisch ten opzichte van bebouwde dorpskern gebouwd; wellicht een motte waar mogelijks eertijds een versterking stond. Het bruuske niveauverschil met de lagere aangrenzende Scheldemeersen profileert zich voornamelijk sterk aan de zuidelijke- en oostkant. Omringend ommuurd kerkhof op nagenoeg ovale plattegrond; ten zuiden en oosten afgeboord door bomenrijen. Bij gebrek aan een ver doorgedreven bouwhistorisch onderzoek aan archivalische gegevens tot 1650 blijven de vroege bouwgeschiedenis van de Sint-Martinuskerk en de chronologie van de oudste gedeelten van de kerk voorlopig hypothetisch. Van de romaanse kerk (12de eeuw ?) van Doornikse breuksteen, een kruiskerk, rest de westelijke toren en misschien ook het opgaand metselwerk van de noordelijke zijbeuk en noordtranseptarm. In de 16de eeuw werd het schip herbouwd in gotische stijl en kwam waarschijnlijk ook de bovenste torenverdieping tot stand. De oprichting van een nieuwe sacristie werd gevolgd door de bouw van een nieuw koor (1781-1782). Belangrijke herstelling en vergroting van de kerk in neogotische stijl in 1871 naar ontwerp van architect Louis Minard. Volgens bewaarde plannen van 1871 vertoonde de bestaande driebeukige kruiskerk van drie traveeën met uitspringend transept ter hoogte van de derde travee een rechthoekig koor met afgeschuinde oostelijke hoeken en zuidelijke sacristie tussen de transeptarm en het koor; de westelijke toren met torentrap in de zuidoostelijke hoek was ingebouwd tussen annexen in het verlengde van de zijbeuken waarbij de noordelijke annex een driekwartcirkelvormige ruimte incorporeerde enkel geopend op de noordelijke zijbeuk; verdween bij de transformatie van de annexen in 1871. Na sloping van koor en sacristie werd het schip verlengd met een travee achter het transept en aansluitend koor tussen sacristie (ten zuiden) en bergplaats (ten noorden). Bij de herstelling van 1871 werd ook al het maaswerk van de vensters vervangen. Voor de Tweede Wereldoorlog dakherstellingen, oorlogsschade in 1940 voornamelijk aan daken en vensters.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een driebeukige basilicale kerk van vier traveeën met uitspringend transept, haast vierkante, ingebouwde westelijke toren en spilvormige torentrap uitgespaard in de uitspringende hoeksteun van de toren; koor van twee traveeën met driezijdige sluiting geflankeerd door sacristie (ten zuiden) en bergplaats (ten noorden). Uitwendig laten de voornaamste bouwfasen van de kerk zich aflezen door de opvallende verschillen in bouwmateriaal. Toren met uitzondering van de vierde geleding gebouwd van Doornikse breuksteen evenals de langsgevel van de noordelijke zijbeuk en de noordelijke transeptarm. Drie eerste traveeën van schip met zuidelijke zijbeuk, zuidelijke transeptarm en gesloten bovenste torensegment van lichtrode baksteen. De nieuwe delen van de kerk uit 1871 zijn van donkerrode baksteen. Middenbeuk, hoog opgaand koor en lage transeptarmen onder leien zadeldaken, zijbeuken, sacristie en berging onder leien lessenaarsdaken.

Massieve westelijke toren met vrij gesloten karakter; herstelde steunberen tegen de westelijke hoeken van de hoge torenvoet, ingebouwd aan de kant van de zijgevels. Vernieuwd uitzicht van het ingekast rondboogportaal in dito nis; centraal maskerkopje in archivolt onder gebogen druiplijst. Tweede torengeleding tussen omlopende waterlijsten spaarzaam verlicht door een enkel klein rondboogvenster in de frontgevel, sporen van oversneden gedicht rondboogvenster in zijgevels. Derde torengeleding met telkens twee galmgaten in nissen, rondboogvormig in zuidelijke gevel, andere licht spitsboogvormig, gedicht met baksteen in de noordelijke gevel; aan de oostkant oversneden door dak van schip wijzend op vroeger lagere benedenkerk. Bakstenen horlogegeleding onder ingesnoerde achtzijdige leien torenspits.

Lage transeptarmen met overhoekse steunberen, slechts verlicht door een spitsbogig drielicht. Voorts tweelichten, geüniformeerd maaswerk. Twee bovenlichten van gotisch schip met geprofileerde bakstenen rechtstanden, voorts in zandstenen vensteromlijstingen met druiplijsten. Neogotisch koor verlicht door opvallend hoge lancetvensters. Hardstenen herinneringsteen midden in oostmuur van koor met opschrift: "Anno 1871/ episcopo D.F. Bracq/ pastore Z. Torrekens/ consule P.F. Caternang/ architecte L. Minard". Onderbouw van toren met primitief stenen kruisribgewelf waarvan de zware ribben rusten op gesculpteerde hoekkraagstenen waarvan twee uitgewerkt in de vorm van grove maskerkoppen. Sporen van lichtgleuven in de trapkoker tegen de zuidoostelijke hoek van de torenvoet.

Interieur

Bepleisterd interieur met spitsboogvormige scheibogen van zandsteen rustend op zuilen met achthoekige koolbladkapitelen, typerend voor de Brabantse gotiek; zandstenen kruisriboverwelving. Gotisch houten tochtportaal met fijn gesculpteerd maaswerk onder laat 18de-eeuws doksaal rustend op twee hardstenen zuilen. Smalle schouderboogvormige deur in de zuidelijke torenannex naar torentrap. Koor met fraaie neogotische polychrome wandbeschildering harmoniërend met het fijn uitgewerkte neogotisch kerkmeubilair uit het vierde kwart van de 19de eeuw tot een rijk geheel.

Mobilair

Schilderijen: drie vroegere altaardoeken (17de tot 18de eeuw ?) waaronder "Kruisoprichting" toegeschreven aan Simon De Pape. Beeldhouwwerken: geschilderd stenen beeld van Heilige Marcus evangelist uit de 17de eeuw. Houten Christusbeeld aan kruis mogelijk uit de 17de eeuw.

Meubilair: ensemble van vijf neogotische altaarretabels met gepolychromeerde houten heiligenbeelden uit het vierde kwart van de 19de eeuw, stenen hoofdaltaar, transeptaltaren met houten retabels volgens plannen van 1887 van Matthias Zens. Neogotische koorbanken met zeer fijn gesculpteerd maaswerk en een opvallende rij karikaturale hoofdjes; neogotische houten communiebank; enkel bewaarde kuip van eiken biechtstoel in Lodewijk XVI-stijl; twee bewerkte 18de-eeuwse biechtstoelen; orgel uit laat 18de eeuw afkomstig van het jezuiëtenklooster van Oudenaarde, totale renovatie in 1909 door Gebroeders Vereecken met behoud van prospect met frontpijpen, later verbouwd door J. Anneessens; 19de-eeuwse marmeren doopvont met koperen deksel; koor met neogotische gekleurde glas-in-loodramen waarvan twee gedateerd 1878.

  • Archief Afdeling Monumenten en Landschappen Brussel, Plannenfonds Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie Oost-Vlaanderen, Melden, parochiekerk Sint-Martinus.
  • BERINGS G., Landschap, geschiedenis en archeologie in het Oudenaardse, Oudenaarde, 1989, p. 61.
  • DEVOS P., De Sint-Martinuskerk te Melden, Monumenten en landschappen in Oudenaarde, V, Oudenaarde, 1993, p. 84-94.
  • VANDENBUSSCHE-VAN DEN KERKHOVE C., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Oudenaarde, Brussel, 1978, p. 43-45.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Tack, Anja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Dorpskern Melden

  • Is deel van
    Meldenstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus en kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/27684 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.