Semigesloten hoeve achterin gekasseid en met gras begroeid erf gelegen, uit midden 19de eeuw met ten noordoosten een poel, vierkante aanleg teruggaand tot de tweede helft van de 18de eeuw (zie Ferrariskaart). Verankerde baksteenbouw met gewitte gevels onder pannen zadeldaken.
Ten westen, dwarsschuur (nok parallel aan de straat) met middenin en in het uiterste noorden grote rechthoekige doorrit.
Ten noorden, boerenwoning van zes traveeën en één bouwlaag (nok loodrecht op de straat); klokafdakje aan de schoorsteen. Gevel met tandlijst op plint met beraapte blokken. Rechthoekige beluikte vensters met arduinen lekdrempel en houten latei, rechthoekige deur met bovenlicht.
Ten westen, lager wellicht ouder aanbouwsel, drie traveeën op gecementeerde plint (pannen en eternietplaten, nok loodrecht op de straat) met hoge schoorsteen. Rechthoekige muuropeningen met houten lateien, venster met houten bolkozijn, poortopening in de eerste travee.
Binnen in het huis: balklaag en versierde moerbalk, bewaarde schouw en deuren uit de 18de eeuw.
Ten oosten, stallen (nok parallel aan de straat) met brede dakoverstek op houten schoren, uiterst noordelijke travee is volledig open. Ten noorden, binnenin de stal balk met inscriptie 1723 en sierlijke vormen.
Ten zuiden, stallen en dwarsschuur (nok loodrecht op de straat) met grote rechthoekige in het dak verhoogde veldpoort, in achtergevel korfbogig met flankerende steunberen. Naar verluidt dak tot circa 1950 met stro bedekt.
Middenin het erf, grote mestvaalt met ommuurde ronde gierkuil.