Historiek
Voormalige aanhorigheden van het verdwenen heerlijk kasteel van Ladeuze. Enige overblijvende gebouwen van voorheen rechthoekige omgrachte kasteelsite naast de samenvloeiing van Maarkebeek met Holbeek. In oorsprong minstens opklimmend tot de 15de eeuw; melding van Gillis de la Deuze die er in 1471 zijn intrek nam; toentertijd omschreven als een stenen huis met poort en neerhof in het leen "Ten Berghe" dat zich uitstrekte tot Leupegem. Op kaart van 1641 door J. Bale weergave van kasteel op opperhof van een tweedelige site met walgrachten. De configuratie van het grachtenpatroon wijzigde in de tweede helft van de 18de eeuw tot een grotere, enkelvoudig omgrachte kasteelsite met: ten noorden formeel aangelegde tuin met geometrisch patroon, lange rechte toegangsdreef oostwaarts richting kerk van Maarke en korte toegangsdreef zuidwaarts tot Maarkendries (volgens de Ferrariskaart van 1771-1778). Kasteel in 1779 door baron d'Exaerde, toenmalig heer van Ladeuze herbouwd; volgens kaart in landboek van Leupegem van 1783 gepaard met verandering van kasteelinplanting en uitgebreide tuinaanleg. Sloop van het kasteel in 1824. Volgens Vandermaelen in midden 19de eeuw zogenaamde "Ferme de Ladeuze" met rechthoekige omgrachting, heden vrijwel geheel gedempte grachten.
Beschrijving
Twee gelijkaardige vleugels ingeplant tegenover elkaar aan weerszij van het vroeger voorhof van het verdwenen kasteel, in de zuidoostelijke hoek van de site. Langgerekte gewitte bakstenen gebouwen van één verdieping en tien of elf traveeën, waarschijnlijk uit de 18de eeuw, ingevolge hun aanpassing tot woningen met diverse wijzigingen uit de 19de en de 20ste eeuw.
Zuidvleugel (nummers 9-15) achter omhaagde voortuin, heden opgesplitst in vier woningen waarvan maar één met toegang aan straatkant (aanvankelijke achtergevel). Pannen zadeldak, ten oosten afgewolfd; boven westelijke zijpuntgevel sierlijke ijzeren nokbekroning met windvaan. Naar verluidt sinds 1956-57 gesupprimeerde kelder onder nummer 9.
Noordvleugel (nummer 17) omgevormd tot boerenwoning van hoeve en afgedekt met pannen schilddak overstekend op houten dakzool met modillons. Wellicht aanvankelijk vrijwel dezelfde erfgevels voor beide vleugels: symmetrische lijstgevels geleed door lisenen met smalle verticale spaarvelden, gedichte bogen en overeenkomstig uitgewerkte hoekrisalieten van drie traveeën. Drie westelijke traveeën van nummer 17 (tegenover nummer 9) met gedrukt tongewelf, buitenkeldertrap tussen keldervensters en in de achtergevel drie hoge steekboogvormige opkamervensters met sponning en duimen, naar verluidt van vroegere knechtenwoning.
Naar verluidt resten van twee bakstenen boogbruggen onder gekasseide oprit van erftoegang nummer 17, overeenstemmend met oostelijke inkom van kasteeldomein. Heden aan weerszij nog geflankeerd door twee gelijkaardige, vrij gesloten kleine bakstenen constructies op haast vierkante plattegrond onder lessenaarsdak (pannen), beschreven als vroegere wachttorentjes van het kasteel, wellicht tevens duiventorens (zie 17 bewaarde wandnissen). Gekenmerkt door afgeronde gevelhoeken en hoekbanden begrensd door uitspringende kopse baksteenlijsten. Aangepaste muuropeningen in erfgevel. Sporen van uitgebroken gewelf en voederluiken.
Ten westen, overblijvend deel van houten tiendschuur afkomstig van Maarke-Kerkem. Dwarsschuur onder mank golfplaten zadeldak, afgewolfd noordeind boven bakstenen zijgevel. Ingekort aan zuidzijde. Behouden eiken gebint met telmerken.
Op het erf, overdekte steenput onder steil pannen zadeldak op bakstenen voet; houten puntgeveltjes met luik.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plannen, nr. 500.
- Stadsarchief Oudenaarde, Landboek van Leupegem van 1783.
- VAN NIEUWENHUYZE A., Maarkedal een vierklaver, s.l., 1991, p. 19.