Herenwoning met ruime, omringende beboomde tuin, ingeplant tegenover de gekasseide lindedreef naar de parochiekerk van Louise-Marie. Naar verluidt van 1935 tot 1980 buitenverblijf zogenaamd "Ma campagne 't Kei". Volgens bewaarde eigendomsakte opgericht door P.-A. Van Steenbrugghe, schoolonderwijzer en koster, op grond gekocht in 1869 van G. Scribe uit Gent. Laatstgenoemde had in 1862 een uitgestrekt domein te Louise-Marie verworven en was eigenaar van de vlakbij gelegen zogenaamde "Villa Scribe". Ondiepe geplaveide voortuin met ijzeren hekwerk. Links ijzeren hek tussen gemetste pijlers met bolbekroning.
Bakstenen dubbelhuis van twee bouwlagen en zes traveeën onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat) met bouwjaar 1869 in de hardstenen deurlatei. Verankerde en heden okergeel, voorheen rood- en nadien witgeschilderde lijstgevel. Beluikte getoogde benedenvensters. Register van rondboogvormige bovenvensters tussen getrapte bakstenen cordonlijsten. Bredere deurtravee gemarkeerd door een rondboogvormig dakvenster in puntgevel met blinde topoculus. Rechthoekige hardstenen deuromlijsting op neuten en afgedekt door rechte kroonlijst. Daklijst met muizentand en houten goot. Soberder achtergevel met verhoogde begane grond. Pui met dubbele steektrap en ijzeren leuningen voor de centrale achterdeur. Achteraangebouwde loodrechte dienstvleugel van twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Stallen en bakoven op begane grond. Losstaand circa 10 jaar later bijgevoegd bakstenen koetshuis onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat).
Tuin met midden opvallende Sequoiadendron giganteum. In de noordwestelijke achterhoek op lichte verhevenheid van de tuin, merkwaardig rond en hoog tuinpaviljoen, waarschijnlijk uit het begin van het vierde kwart van de 19de eeuw. Torenvormig bakstenen paviljoen met ruw parement van lokale ijzerzandsteen. Volgens archieffoto van 1920 voorheen afgedekt met kegelvormige rieten spits; dak naar verluidt verwijderd begin jaren 1960 en vervangen door bovenverdieping opgevat als een belvedère met haast volledig beglaasde wanden onder laag tentdak. Vrijwel vierkante kelder in onderbouw met toegang aan westzijde geflankeerd door aansluitende lage muren met parement van dezelfde ijzerzandsteen. Voormalige groentenkelder met troggewelven op ijzeren liggers. In de zuidelijke kelderwand: korte gang met korfboogvormige toegang, naar verluidt tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gedichte tunnelingang. Spitsboogvormige toegangsdeur tot achthoekige benedenruimte van het paviljoen. Buitenzijde deur bekleed met halve boomstammetjes, accorderend met het ruw gevelparement. Drie hoge lancetvensters met uitzicht op het omgevend landschap; ijzeren venstertracering, naar verluidt voorheen met gekleurde beglazing, enkel bovenaan bewaard in het decoratief traceerwerk met vier lobmotiefjes.
- BOTERDAELE A., Nos Ardenennes Flamandes, Gand, 1912, p. 105.