Voormalig molenaarshuis met watermolen zogenaamde Romansmolen, aan de rechter oever van de Maarkebeek en op circa 200 meter van de kerk van Maarke.
Middeleeuwse watermolensite; gezien zijn vermelding in een overeenkomst van 1155 tussen Arnulf van Oudenaarde en de abdij van Ename, toenmalige eigenaar van de watermolen, wellicht in oorsprong oudste watermolen van Maarke. Verpachte korenwatermolen in de tweede helft van de 16de eeuw bezit van de heer van Maarke en volgens document ook nog in 1784. Benaming herkomstig van het laatste molenaarsgeslacht Roman dat de molen uitbaatte. Voorheen alleenstaande watermolen waaraan in midden 19de eeuw een bescheiden woning werd aangebouwd, later vergroot tot hoeve met toevoeging van tegenover staand bijgebouw (begin 20ste eeuw ?). Circa 1900 houten raderwerk van watermolen vervangen door gietijzeren overbrenging en nadien ook motorisch aangedreven. Stopzetting van de maalactiviteit circa 1965. Waterrad verdwenen sinds 1975. Watermolen in herstelling sedert circa 1980. Bijbehorend voormalig hoevetje met loodrecht aan het molengebouw palend molenaarshuis (nok parallel aan de Maarkebeek) sindsdien aangepast en uitgebreid en evenals bedrijfsgebouw ten noorden (dwarsschuur met stallen) vrijwel herbouwd.
Vroeger gewit bakstenen molengebouw van vier traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op Maarkebeek, pannen) afgewolfd boven kopgevel (op het noorden) met toegang, voornamelijk van circa 1800. Watergevel (op het zuiden) op wellicht oudere natuurstenen onderbouw, met in natuursteen gevat asgat; circa 1900 opgetrokken puntgevel voorzien van twee steekboogvormige zoldervensters. Westgevel bij de renovatie geheel heropgebouwd. Oostgevel bewaart één getralied rechthoekig venster met hardstenen onderdorpel en latei; getrapte daklijst. Aanpalend laag transmissiecompartiment afgedekt met golfplaten. In de oksel van de voorgevel (op het noorden) en het loodrecht aanpalende molenaarshuis, uitgebouwde bakoven onder lessenaarsdak (pannen). Brede segmentbogige voordeur; deurvleugels met diverse inscripties waaronder "Cl.Vuye/ tot/ Mulder/ tot/ Maerke/ 1833". Hoge segmentbogige zolderlaaddeur onder houten dakzool op dito modillons. Strekdam en sluismuren herbouwd met gerecupereerde natuursteen en baksteen. Sluiswerk verdwenen.
Typologisch uitzonderlijke technische uitrusting en maalinstallatie namelijk: gietijzeren raderwerk met horizontale assen, reductiesysteem voor de motoraandrijving, zeer specifiek lichtsysteem met verplaatsbaar houten kader in combinatie met ondiepe asput en aandrijving van drie steenkoppels in frontale opstelling via horizontale as (in plaats van klassieke opstelling met kroonwielaandrijving); uitzonderlijk type dubbele galg.
Balklaag met moerbalken rustend op ronde gietijzeren steunen, behouden rode tegelvloer, en ovenmond van heropgemetste bakoven op gelijkvloerse verdieping.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief.
- DE DEKEN C., Speculaties en zekerheden rondom de Romansmolen te Maarke, in Businarias 4, I, 1998, p. 24-27.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster, in Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, 1962, Tweede band, XVI, 1963, p. 33-34.
- VANDEPUTTE J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 20-22.