erfgoedobject

Sint-Margriethospitaal

bouwkundig element
ID
28115
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28115

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Margriethospitaal
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Margriethospitaal
    Deze vaststelling was geldig van tot

  • is aangeduid als beschermd monument Sint-Margriethospitaal
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

Overblijfsel van het voormalig Sint-Margriethospitaal.

Historiek

Het Sint-Margriethospitaal werd volgens een schenkingsakte gesticht circa 1416 door het echtpaar Arnold VI van Gavere en Ysabelle van Gistele, heer en vrouw van Schorisse, als een vrouwenklooster met hospitaal. Het was vanaf 1428 een Cisterciënzerinnenklooster en later (tijdens de 17de eeuw) een Augustinessenklooster, toegewijd aan Sint-Margriet en van bij het begin met passantengasthuis. In de 17de en 18de eeuw waren er tussen de zeven en elf zusters en voorzag men in logement voor maximaal zeven personen (vijf mannen en twee vrouwen).

Op basis van een figuratieve kaart uit 1671 bestond het complex toen uit een rechthoekig gebouw van één bouwlaag onder een zadeldak waarvan de smalle zijde aansloot op een iets hogere, eenbeukige en vermoedelijk gedesoriënteerde kapel met een dakruiter op het zadeldak en een driezijdig koorhoofd. Naast de eerste travee bevond zich een portaalgebouwtje onder een eenvoudig lessenaarsdak. Ten oosten van deze gebouwen lag een geometrisch aangelegde, rechthoekige tuin en ten zuiden daarvan een rechthoekig gebouw met afhankelijkheden en ten noordoosten een schuurtje in vakwerk. De ingang van het hospitaal bevond zich ter hoogte van de poort (Zottegemstraat 8). Een brede deur met getralied kijkraam gaf toegang tot een vestibule met eikenhouten trap die later verplaatst werd in de woning. Op de eerste verdieping was een ruime kamer waar de zieken de mis konden horen door een opening die uitgaf op de kapel aan de noordzijde. De kapel bevond zich op nummer 12 (aangeduid met een kruis op de kaart van Ferraris) maar hiervan bleef niets zichtbaar bewaard.

Na afschaffing van het klooster eind 18de eeuw werden de gebouwen op 30 september 1798 openbaar verkocht. Het complex bestond op dat moment uit een kloosterhuis, tuin, boomgaard, brouwerij, kerk (kapel), stallingen, schuur en andere gebouwen. In 1843 werd het gebouw aan de Zottegemstraat 8-10 gepacht door bakker-herbergier Ludovicus Wattez. Zijn kleinzoon die hier in 1857 geboren werd, was Omer Wattez, schrijver en promotor van het streektoerisme in de Vlaamse Ardennen (zie bronzen gevelgedenkplaat die in juli 1982 aangebracht werd op nummer 8). Een jaar na Omers geboorte liet Ludovicus Wattez het woonhuis in twee opsplitsen waarbij Omer Wattez met zijn ouders het huis aan de Zottegemstraat 8 betrokken. In die woning werd eind 19de eeuw ook een horeca-pui aangebracht, waarschijnlijk in functie van de bestemming als café ("In 't oud klooster").

Midden 20ste eeuw bevond zich achter de huizen nog een slachthuis met daaronder oude, ruime kelders en tussen de huizen en het slachthuis verscheidene grafzerken (meestal met onleesbare opschriften) die verplaatst waren en gebruikt werden als voetpad tussen woning en slachthuis.

Beschrijving

De huizen aan de Zottegemstraat 8-10 in Maarkedal (Schorisse) vormen historisch één pand van één verdieping en vijf traveeën met centrale poorttravee onder een mansardedak met drie hoge houten dakkapellen. De verankerde gecementeerde lijstgevel met schijnvoegen wordt geopend door een steekboogdeur en -vensters in vlakke omlijstingen in hardsteen met oren en geprofileerde druiplijst. De twee rechtse vensters werden na doorbreking van de muurdam gewijzigd tot een driedelige winkelpui met deur. In de centrale travee bevindt zich een poortomlijsting met ovalen oculus, voorzien van een radvenster en een geprofileerde druiplijst.

Oorspronkelijk had dit pand één kelderruimte met uitkragende gedrukte gewelven, onder de poorttravee van nummer 8 en de tweede travee van nummer 10 (later door een muur gescheiden). De keldervloer is nog deels van grote rechthoekige grijze natuurstenen. Beide voornoemde traveeën bevatten op de benedenverdieping oud stucpaneellijstwerk tegen een bepleisterde zoldering, net zoals de voorkamer op de eerste verdieping van nummer 10. In nummer 8 bleef ook een vloer met trompe-l’oeilmotief bewaard in de voorkamer op de benedenverdieping, evenals enkele delen van het oude dakgebinte.

  • Rijksarchief Gent, Kaarten en plannen, nummer 1145.
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal opheffingsdossier 4.001/45064/104.1, Sint-Margriethospitaal in Maarkedal (S.N. 2023).
  • DE SMAELE F. 1956-1957: Het Sint-Margrietehospitaal te Schorisse. Bronnenstudie, in Jaarboek van de Zottegemse Culturele Kring, 18-25.
  • DEVOS P. 1997: Verdwenen getuigen: klooster en kasteel van Schorisse, in: Monumenten en landschappen in Oudenaarde en Maarkedal (9), 64-65.
  • DHANENS E. 1971: Inventaris van het kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, VII, Kanton Sint-Maria-Horebeke, Gent, 257-58.
  • GADEYNE G. 1979: Inventaris van het archief van het Sint-Margriethospitaal te Schorisse (Maarkedal), Brussel.
  • VUYLSTEKE M. 2022: Omer Wattez - een andere kijk op zijn leven en werk, Maarkedal.

Auteurs: Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Margriethospitaal [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28115 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.