Buitenverblijf opgericht door notaris A. Rombaut, gelegen ten noorden van het dorpscentrum buiten de bebouwde kom. Schuin tegenover binnenste rechte straathoek ingeplante villa, samen met remise of koetshuis en tuinmuur gebouwd in 1870-1871. Uitbreiding van de remise en omheiningsmuur met toevoeging van oranjerie en een achterin de tuin staand tuinpaviljoen in 1876. Fraai domein met ensemble van pittoreske gebouwen in eclectische stijl, recent gerestaureerd (circa 1984-85) onder leiding van architect B. Martens. Hernomen tuinaanleg in landschappelijke stijl.
Merkwaardige villa met souterrain en twee bouwlagen, onder leien schilddak met kruisende axiale puntvormige dakvensters. Opvallende symmetrische aanleg en opstand. Lijstgevels van verschillend gekleurde baksteen verwerkt met hardsteen en tegelpanelen tot een sterk geornamenteerde architectuur met verfijnde detailafwerking. Voorgevel met uitgewerkt middenrisaliet waarvan puntgeveltop onder grote overstek met decoratief houtwerk; toegangstravee voorts geaccentueerd door balkons met ijzeren leuningen; voorafgegaan door brede steektrap met liggende leeuwen op postamenten van de leuningen. Analoge doch enigszins verschillend behandelde achtergevel, onder meer risaliet met overdekt terras onder ruimer balkon op slanke zuilen. Beide zijgevels met een rechthoekige uitbouw van twee verdiepingen met afgeschuinde hoeken tegen de middentravee, uitlopend op een puntvormig dakvenster met schoorsteen; linker uitbouw van dienstingang en diensttrap, rechts van sanitaire ruimten.
Rijke interieuraankleding overwegend in neoclassicistische stijl. Benedenkamers met marmeren schouwmantels waarvan twee bewaarde onder venster en een dubbele (rug aan rug) met authentieke uitschuifkacheltjes. Plafond met weelderige stucornamentatie. Origineel behangpapier in de twee linkse salons. Voorname inkomhal met symmetrische aanleg en gebogen staatsietrap naar omlopende galerij.
Deels bewaarde tuinmuur aan de straatzijde; het meest decoratieve deel tussen koetshuis en ingang met bekronende siervazen. Voorheen twee toegangshekken aan pijlers tussen hekwerk ter hoogte van de villa, heden slechts een toegangshek aan herbouwde hekpijlers.
Voormalig koetshuis van 1870-1871, tegen de tuinmuur in de nabijheid van het kasteel. Langgestrekt rechthoekig bakstenen gebouw van zes traveeën met verhoogde twee middelste traveeën, onder verspringend zadeldak (pannen en leien). Horizontaliserende lijstgevel met platte banden en aflijnende baksteenfries. Afgeronde hoeken van rechthoekige poortopeningen geaccentueerd door lijstwerk. Haast vierkante bovenlichten. Twee gevelstenen met letter R verwijzend naar de bouwheer Rombaut. Zijpuntgevels met opklimmende boogfriezen en gekoppelde rondbogige zoldervensters. Volledig nieuwe binneninrichting met één behouden voederbak van vroegere paardenstallen.
Voormalige oranjerie van 1876 verderop tegen de tuinmuur. Rechthoekig bakstenen gebouw van vijf traveeën onder pannen zadeldak tussen zijtrapgevels; hoge schouderstukken op geprofileerde kraagsteen. Lijstgevel met sierankers, knipvoegen, brede steekbogen op pilasters en ingeschreven ruime steekboogvensters of spaarvelden met kleinere muuropeningen. Kleine rechthoekige bovenvensters met houten latei.
IJskelder onder beboomd heuveltje in noordelijke hoek van tuin. Rechthoekige deur van gedrukte overwelfde toegang tussen afgerond uitgemetselde muurtjes. Keldergewelf met centrale ronde opening.
Tuinpaviljoentje van 1876 ten noordoosten, in achterste tuinhoek. Grotendeels open, rechthoekige constructie met houten structuur; laag hellend en breed overstekend zadeldak met houten onderdak op decoratieve schoren, met rood lineair schilderwerk. Achterste deel met gemetst vakwerk van rode en grijze baksteen met knipvoegen, een achterdeur en zijopening.
- Maarkedal, Gemeente-archief Schorisse, 871.1, bouwaanvragen 1875-1910.