De pastorie bevindt zich ten noordoosten van de kerk in een met gras begroeide en beboomde tuin met in het midden een vrijstaande pomp uit baksteen met jaaranker 1729 van de vroegere pastorie. De pastorie en tuin zijn volledig omgracht en toegankelijk via de weg en een brugje links van de kerk. De huidige pastorie, die een oudere en eveneens omgrachte pastorie vervangt, werd in 1883 gebouwd in neotraditionele stijl, naar plannen van architect Auguste Van Assche uit Gent. Na oorlogsschade werd ze deels heropgebouwd in 1920-1921.

De pastorie is een onderkelderde, quasi L-vormige baksteenbouw van twee bouwlagen op gecementeerde plint en geplaatst onder leien zadeldak met overkragende houten dakrand en met dakkapel. De voor- en achtergevel zijn als puntgevels gevormd. Verder zijn de gevels gekenmerkt door een baksteenfries met dropmotief, sierankers en horizontale geledingen van smalle bepleisterde baksteenbanden. De rechthoekige ramen zijn enkelvoudig, gekoppeld of in drielicht geplaatst, met ontlastingsbogen en stenen tussendorpels en raamstijlen. De deur is afgedekt met stenen latei op kraagstukken, met erboven een spitsbogige beeldnis. Boven de deur is een wit geschilderde houten luifel aangebracht.

Ten westen van de pastorie bevindt zich een vroegere bakstenen duiventoren en een gebouwtje, respectievelijk onder tentdak en zadeldak. Ten oosten is een vroeger dienstgebouw gebouwd dat op het moment van de bescherming (2001) als garage wordt gebruikt.

Pastorie ten noorden achter de kerk gelegen in grote met gras begroeide en beboomde tuin, omgracht en toegankelijk via weg en brugje links van de kerk. Gebouw in neotraditionele stijl, naar bouwplans van architect A. Van Assche (Gent) van 1883, en gebouwd ter vervanging van vroegere omgrachte pastorie (confer de Ferrariskaart). Na oorlogsschade hersteld en deels heropgebouwd in 1920-21. Oorlogsschade in 1940. Herstellingswerken in 1967.

Onderkelderde baksteenbouw van twee bouwlagen op gecementeerde plint. Quasi L-vormig gebouw onder zadeldak (leien) met overkragende houten dakrand en één dakkapel. Puntgevel van twee traveeën in voor- en achtergevel. Baksteenfries met dropmotief. Sierankers en horizontale geleding door baksteenbanden en accent op smalle bepleisterde muurbanden. Rechthoekige vensters; enkelvoudig, gekoppeld en drielichten waarvan vroeger een aantal getralied, met ontlastingsbogen en stenen tussendorpels en/of -stijlen. Vernieuwd houtwerk.

Twee treden tot rechthoekige vernieuwde voordeur onder stenen architraaf op consoles waarboven spitsbogige beeldnis. Witgeschilderde houten luifel boven deur.

Ten westen, vroegere duiventoren (?); bakstenen torengebouwtje onder leien tentdak met bekronende spits, verdwenen dakkapelletjes. Getoogde vensters met vernieuwd houtwerk. Flankerende aanbouw onder zadeldak (leien).

Ten oosten, vroeger dienstgebouw, nu gebruikt als garage. Midden in tuin, mogelijks op plaats van vroegere pastorie (confer de Poppkaart); vrijstaande pomp in rotsachtige pijler van baksteen met sierlijk jaaranker 1729 van vroegere pastorie.