Zogenaamd Kloosterhof (zie opschrift deur). Kloosterhoeve op site van verdwenen omgracht en ommuurd kloostercomplex, in 1417 gesticht door Bernard van Brakel op vroeger leen zogenaamd "Wippelgem"; een vroegmiddeleeuws nederzettingstoponiem. Vroegere augustijnerpriorij van Onze-Lieve-Vrouw Ten Walle met in 1418 eerste kloosterkerk en scriptorium gesticht door Arnold Buederic. In 1577-1586 werd het afgebrande complex gerestaureerd en eind van jaren 1680 uitgebreid, toen reeds gekend als "Kloosterhoeve". In de 17de eeuw zorgde het augustijnerklooster voor de parochiale bediening. Op de Ferrariskaart ziet men de tweeledigheid van het omgrachte geheel, ten noorden het verdwenen kloostercomplex, nu doorsneden door de spoorweg, en ten zuiden de kloosterhoeve. Onder Jozef II in 1782 afgeschaft. Het kloostercomplex omvatte toen een kerk, twee huizen, priorskwartier, twee eetzalen, gastenverblijven, keuken, brouwerij, knechtenkamers, schuren, een hoeve, een windmolen, visvijvers en andere. Alles werd verkocht en afgebroken, grachten werden gedempt.
Vandaag rest slechts een deel van de onderkelderde kloosterhoeve met ten oosten aansluitende stallen. Tot 1940 ten zuidoosten met houten korenwindmolen zogenaamde Kloostermolen op terp, opgericht in 1457 en herbouwd in 1479. Tot 1949 met duiventil uit de 15de eeuw op binnenerf. Voor een paar jaar verdween ten zuidwesten de vroegere barokke toegangspoort; cartouches met "Anno" en "1680".
Ten zuiden, kloosterhoeve opklimmend tot minstens het derde of vierde kwart van de 18de eeuw. Vroegere herberg. In 1948 gedeeltelijk afgebrand en met aangepaste erfgevel van twee bouwlagen heropgebouwd onder doorlopend zadeldak (pannen en kunstleien, nok parallel met de straat), voordien westelijke deel iets lager en met klokkenstoeltje. Onze-Lieve-Vrouwebeeldje boven deur, daarboven rondbogig zolderlaadvenster van vroegere ast uit begin 20ste eeuw. Links, twee rechthoekige venstertjes van twee voutekamers boven grote dubbele kelder. Westelijk deel aan erfzijde met gevellange gewelfde kelder; kelderopening in rechtse zijgevel.
Gewitte verankerde achtergevel draagt verschillende bouwsporen, drie getraliede rechthoekige venstertjes en getoogde deur van verhoogde begane grond met beschadigd leistenen trapje (vier treden).
Impressionante woonkamer onder gedrukte tongewelf, polychroom beschilderd met natuur- en landschapstaferelen door E. De Clercq in 1944.
Ten oosten, aansluitende koeienstallen met indrukwekkende bepleisterde gedrukte kruisgewelven op smalle zuilen met kubuskapiteel.
Ten noorden en ten oosten, dienstgebouwen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
- Rijksarchief Gent, Fonds kaarten en plans, nummers 4869-4873.
- Rijksuniversiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, I.Elsegem.
- TREFOIS C. V., Ontwikkelingsgeschiedenis van onze Landelijke Architectuur, Sint-Niklaas, 1978, p. 160.
- VAN MINGROOT E., Prieuré de Ten Walle à Elsegem, Monasticon Belge, Tome VII, Province de Flandre Orientale, Quatrième Volume, Liège, 1984, p. 677-731.