De pastorie te Moregem dateert uit 1754. Eind 19de of begin 20ste eeuw werd de pastorie uitgebreid en met een verdieping verhoogd. De pastorie is een representatief voorbeeld van de architecturale evolutie van pastoriegebouwen van 18de tot 20ste eeuw. De pastorie ligt in een grote begraasde tuin met twee vijvers ten noorden van de parochiekerk waarmee deze verbonden is door de kerkwegel.

Historiek

Hoewel de Sint Diederickabdij van Rijsel het patronaatsrecht uitvoerde over Moregem is er in 17de en 18de-eeuwse archiefdocumenten meermaals sprake van Heerlichede van Eename, Prelaet van Eenaeme, Eenaeme Bulck en Clooster van Eenaeme. In de inventaris van de Abdij van Ename door M. Nuyttens opgesteld, is er geen sprake van Moregem. De opdrachtgever is bijgevolg zeer onduidelijk. De huidige pastorie werd heropgebouwd in 1754 op een site welke minstens teruggaat tot de 17de eeuw. De pastorie telde oorspronkelijk vijf traveeën en één bouwlaag. Later, vermoedelijk eind 19de of begin 20ste eeuw, werd de pastorie uitgebreid en met een verdieping verhoogd.

Beschrijving

Momenteel telt de pastorie zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Het portaal bevindt zich in de derde travee van rechts en wordt in het dak voortgezet door een dakkapel. De huidige gevelafwerking kwam wellicht bij de laatste bouwcampagne tot stand en geeft en vroeg 20ste-eeuwse indruk.

Het interieur bestaat eveneens uit twee verschillende periodes. De indeling van de vijf oorspronkelijke traveeën is traditioneel. Bij het uitbreiden van het pand werd een bijkomende gang, evenwijdig aan de achtergevel, aangebracht waardoor langs de voorgevel een groot salon van vier traveeën ontstond. Het salon rechts van de oorspronkelijke gang werd ingericht in een prachtige en in perfecte staat verkerende Lodewijk XVI-vormgeving. Boven één van de deuren bevindt zich de afbeelding in stucwerk van een vredesduif met opschrift PACI en boven de schouw stucwerk met christelijke emblemen met het opschrift RELIGIONI. Het nieuwe salon links van de oorspronkelijke gang werd ingericht in neorococostijl. Mogelijk is het salon aansluitend bij het rococo-salon een 18de-eeuwse uitbreiding die nogmaals in de 20ste eeuw werd aangepast. De gang die het rococosalon verkleinde werd hier niet in steen doorgetrokken. Een Vlaamse schouw werkt het interieur af.

De uitbreidingen uit het begin van de 20ste eeuw bevatten allen functionele ruimten als bureau, trap en keuken langs de achterzijde van het hoofdvolume en een stookruimte, bijkeuken en gang in het bijgebouw. De bovenverdieping heeft een trap en badkamer langs de achterzijde en vijf slaapkamers langs de voorzijde. De eerste, vierde en vijfde zijn voorzien van een schouw terwijl de tussenliggende een alkoof hebben. Opvallend is de beschadiging in de middelste slaapkamer waardoor een dubbele muur zichtbaar werd in de alkoof. De slaapkamers zijn zeer sober en ornamentloos ingericht.

Het interieur bevat twee verschillende zeer mooie tapijttegelvloeren. Bovendien zijn er nog verschillende 18de-eeuwse deuren en een 20ste-eeuwse lambrisering in de gang bewaard.