Parochiekerk Sint-Amandus
Georiënteerde kerk ter vervanging van vroegere, mogelijks romaanse kerk. Eerstesteenlegging in 1694 en ingewijd in 1704. Bedevaartsplaats voor de van oudsher vereerde Heilige Catharina. Naar verluidt werd eind 17de eeuw als tijdelijke kerk de verdwenen zogenaamde Sint-Blasiuskapel in de Karmstraat opgericht. Rond 1900 werden daken en de toren gerestaureerd door architect A. Eggermont, in 1903 werd de sacristie hersteld en in 1979 werd de kerk gerestaureerd door architect A. Mas.
Kerkhof met monumentale grafstenen uit de 17de eeuw en later. Driebeukige kerk met eenvoudig rechthoekig grondplan middenin quasi cirkelvormig kerkhof, ten westen met bakstenen ommuring en voorts lage haag ter vervanging van vroeger sierlijk ijzeren hekwerk op laag bak- en hardstenen muurtje. Bak- en natuursteengebruik op hardstenen sokkel, en baksteen met verwerking van Doornikse steen in het oostelijk en zuidelijk koorgedeelte.
Vierkante toren, schip van vijf traveeën en koor onder twee leien zadeldaken, ten zuidoosten sacristie en ten noordoosten dodenhuisje.
Westelijke toren met ingesnoerde achthoekige leienspits en sierlijk ijzeren kruis en natuurstenen hoekkettingen. Natuurstenen rondboogdeuromlijsting geflankeerd door dito pilasters onder een gekorniste kroonlijst. Segmentboogvenster gevat in blinde nis; erboven hogere gelijkaardige blinde nis met oculus en segmentbogig galmgat, in zuidzijde zelfde galmgat boven rondbogige beeldnis, eertijds met beeld van Heilige Amandus. Onderaan tegen zuidelijke torengevel, bakstenen kapel onder leien zadeldak (nok loodrecht op de straat) met driehoekig geprofileerd fronton en bekronend sierlijk ijzeren kruis met jaartal 1835. Aan zuidelijke zijde, rondboog op imposten en houten kruisbeeld binnenin.
Noord- en zuidgevel met natuurstenen hoekkettingen, vijf traveeën met vijf segmentboogvensters, in zuidgevel met alternerende natuurstenen hoekblokken en doorlopende natuurstenen dorpel.
Ten noordoosten, bakstenen dodenhuisje met getoogde muuropeningen onder zadeldak, wellicht uit midden 19de eeuw.
Ten oosten, koor met rechte sluiting voornamelijk van Doornikse steen, samen met deel van zuidelijke koorgevel als mogelijke restant van romaanse kerk; bovenpartij van baksteen. Groot centraal door middel van baksteen gedicht ellipsboogvenster met bakstenen boogstenen en hardstenen hoekblokken. Gekruisigde Christusfiguur in boogveld; voorheen bepleisterde omlijsting op voluutvormige consoles en gepikt achterveld, later bepleisterd met banderollen. Segmentboogvensters in de zijgevels.
Ten zuidoosten, sacristie onder lessenaarsdak, aan zuidzijde vroeger met getoogd en later rechthoekig getralied venster met latei.
Interieur: wit- en zachtgeelgeschilderd. Rondbogige scheibogen op slanke zuilen. Tongewelven met opeenvolgende gordelbogen boven midden- en zijbeuken. Ten westen, orgel tegen oostzijde van de toren.
Ten oosten, koor met vaag zichtbaar ellipsboogvorm van vroeger venster.
Mobilair. Hoofdaltaar met palmhouten kruisbeeld uit de 18de eeuw, noordelijk- en zuidelijk zijaltaar, portiekaltaren uit de 18de eeuw, respectievelijk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en Heilige Catharina, gemarmerd hout. Naar verluidt altaarsteen met arduinen blok waarin inscriptie van het jaartal 1694, verwijzend naar eerstesteenlegging. Biechtstoel, hout, 18de eeuw. Doopvont, koper, 18de of 19de eeuw. Preekstoel, hout, eind 18de eeuw. Orgel uit de eerste helft van de 19de eeuw, in 1965 gerenoveerd door firma Loncke. Grafmonumenten uit de 18de en de 19de eeuw.
- Stadsarchief Oudenaarde, Verzameling Kaarten en Plans, nummer 114.
- VANDENBUSSCHE-VAN DEN KERCKHOVE C., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Oudenaarde, Brussel 1978, p. 21-22.