Hoeve "Nieuwenbourg", "te Nieuwenborgh" of "goet te Nieuwenburch", reeds vermeld in de 16de eeuw en begin 18de eeuw met wal rondom opperhuis en dienstgebouwen daarbuiten. Het betreft een afgesplitst leen van de heerlijkheid ter Donckt, en mogelijk een nieuwbouw van de in de het zuidwesten nabij gelegen verdwenen omgrachte hoeve, op 19de-eeuwse kaarten zogenaamd "Neerrottemotte", "De Motte" en "Neervolle Molen".
Achterin gelegen, voorheen omgracht boerenhuis met losse dienstgebouwen rond vierkant binnenerf. Bakstenen complex onder pannen zadeldaken uit midden 19de eeuw, aangepast en uitgebreid in de loop van de 20ste eeuw. Zwaar beschadigd in 1918.
Ten zuidwesten, boerenhuis van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag onder afgewolfd en geknikt zadeldak (nok loodrecht op de straat) met klokkenstoeltje. Bakstenen gevel op bepleisterde plint. Segmentbogige muuropeningen, beluikte vensters met arduinen dorpel en vernieuwde ramen, alternerend blinde bovenvensters met arduinen dorpel. Links twee keldergaten van gewelfde kelder.
Ten westen, dienstgebouw uit de 19de eeuw van één + acht traveeën onder verspringend dak (nok loodrecht op de straat) met twee rondbogige zolderlaadluiken onder zadeldakje. Segmentbogige muuropeningen en gevelhoge rechthoekige doorrit rechts naast lagere aanbouw in de loop van de 20ste eeuw uitgebreid.
Ten noordoosten, poortgebouw uit de 19de eeuw (nok loodrecht op de straat) met centraal hoger oplopende gevelhoge rechthoekige doorrit. Zware tandlijst met overhoeks-, blok- en dropmotief.
- DE KEYZER B., De Lange weg naar Kluisbergen, I, s.l., 1978, p. 273-274.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks VI, deel 1, Gent, 1903.