Hoeve van het gesloten type, vermoedelijk uit de 18de eeuw en naar verluidt grotendeels afgebrand in 1914-1918 en nadien deels heropgebouwd. Ten zuidoosten ijzeren inrijhek en ten noordwesten nieuw ijzeren ingangshek tot gekasseide binnenplaats, voorheen met mestvaalt, thans beplant.
Ten westen, bakstenen boerenhuis van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (kunstleien, nok loodrecht op de straat), met twee houten dakkapellen in voorgevel, veldzijde. Getoogde vensters op arduinen lekdrempels en deuren; drie deuren in licht uitspringende travee in erfgevel. Ten noorden naast het woonhuis, aardappelkelder.
Ten noorden, aan de straat gelegen, verankerde bedrijfsvleugel van dertien traveeën onder zadeldak (kunstleien), rondboogpoort van doorrit in derde travee, voorts rechts ervan vijf oculi van koeienstallen. Gewitte gevel op gepikte plint aan de erfzijde met twee overluifelde laadvensters, rechthoekige staldeurtjes en -venstertjes en uiterst rechts poort van doorrit.
Gelijkaardige aansluitende stalvleugel onder schilddak (pannen), onder meer paardenstal, ten oosten met twee gekoppelde inrijpoorten, gedicht aan de veldzijde.
Binnenin. Bewaarde ruiven en troggewelven. Ten zuiden, schuur onder zadeldak (pannen) met centrale doorrit en aan de veldzijde versterkt met vier steunberen.
Ten zuidwesten, tussen woonhuis en schuur, bakhuis onder zadeldak (pannen); zijpuntgevels afgewerkt met vlechtingen.