Villa "Les Bruyères" met omringende tuin van meer dan 2 ha. Aan achtergevel, westzijde van kasteeltje, met panoramisch gezicht op de stad Ronse en omgeving.
Voorheen jachtpaviljoen van J.-B. Dekeyser, burgemeester van Ronse, gebouwd in 1868. Verbouwd in opdracht van textielfabrikant A. Dopchie in 1901 en toen ingericht met meubilair van V. Horta, dat thans niet meer aanwezig is. Ook in opdracht van Achille Dopchie verbouwd tot huidige villa in neoclassicistische stijl met gecementeerde gevels volgens bouwaanvraag van 1926 naar ontwerp van de architecten O. en A. Van De Voorde (Gent). Het ijzeren hek aan vier gemetste bepleisterde pijlers op de hoek van het terrein dateert volgens bouwaanvraag van 1927.
Kasteeltje van twee bouwlagen op onregelmatige plattegrond boven souterrain, door terreinhelling fungerend als gelijkvloerse verdieping aan opengewerkte westkant. In 1926 afgedekt door mansardedak (leien) met dakkapellen. Toegangen eveneens toegevoegd in 1926 op bel-etage in voorgevel en in kelderverdieping, in achtergevel, geaccentueerd door zuilenrotonde onder terras met houten leuning. Getoogde vensters in geprofileerde omlijsting. Schaarse decoratieve elementen in neo-Lodewijk XVI-stijl, in de stijl van de Beaux-Arts-architectuur uit de jaren 1920.
Interieur met nog enkele art-nouveau-elementen naar ontwerp van V. Horta, zoals mozaïekvloer, houten deuromlijstingen en de betimmering onder de trap in de hal. Op de bel-etage, rechts van hal, oorspronkelijk eetkamer met driezijdige erker in noordgevel, en aansluitend salon met groot rechthoekig venster uitziend op westzijde.
Mobilair in art-nouveaustijl van Victor Horta overgebracht naar Horta Museum en Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis in Brussel en Museum voor Sierkunsten in Gent.
- Stadhuis Ronse, Archief Huisvesting - Ruimtelijke Ordening, Bouwaanvragen, Doos 1926. 1.7-31.12, Doos 1927. 1.1.-31.3.
- MOLITOR-WILMOTTE M., Les aménagements et le mobilier de la maison Dopchie à Renaix par l'architecte Victor Horta, in Revue des Historiens de l'Art, Musicologues, Orientalistes de l'Université de Liège, 1986, 5, p. 55-60.