Het café Local Unique, vergaderlokaal van de gelijknamige duivenmaatschappij, is gelegen aan de zuidzijde van de Grote Markt tegenover de obelisk met stadsfontein. Het interieur uit het eerste kwart van de 20ste eeuw vormt een totaalconcept met onder meer tegeltableaus van keramiekfabriek Helman.
Volgens het kadasterarchief werd een groot huis in 1850 gesplitst in twee woningen die afzonderlijk werden verkocht in 1855. Het linkerpand werd in 1857 opnieuw verkocht en werd eigendom van Charles Lison, cabaretier, die er het bekende "Hotel Lison" of "Hotel de la Cour Royal" oprichtte. Het rechterhuis, vermoedelijk volledig vernieuwd of minstens achteraan uitgebreid, werd eigendom van Louis Vander Donckt, boutiquier. Het huis werd verschillende malen verkocht en was sinds 1894 eigendom van Jules Van Yperseele, cabaretier, die de woning in 1898 achteraan uitbreidde met een "salle de dance" en in 1912 "aanzienlijk verbeterde". Sinds die periode is er zeker een café gevestigd. In 1925 was het gebouw in het bezit van de Samenwerkende duivenmaatschappij "Local Unique" of "Eenig Lokaal", gesticht op 30 december 1923, bij akte van notaris Delouvroy, aangekondigd in het Belgische Staatsblad van 20 januari 1924. Deze maatschappij diende een bouwplan in van architect Albert Massez voor de uitbreiding van het café, het overdekken van de binnenkoer en het inrichten van een vergaderzaal op de bovenverdieping. In 1951 werd de cafépui aangepast tot zijn huidige vorm volgens bouwaanvraag naar ontwerp van architect Robert Swaelens (Brussel). In 1970 werd de danszaal gedeeltelijk onteigend voor de verbreding van Oude Vesten, en verbouwd tot magazijn, op de bovenverdieping kwam een nieuwe zaal.
Het café-interieur werd begin 20ste eeuw ingericht naar het voorbeeld van de grootstedelijke brasseries en gedecoreerd met tegeltableaus. Deze zijn uitzonderlijk gesigneerd "Helman céramiques, Bruxelles", één van de belangrijkste producenten van kwalitatieve tegelpanelen in België, die sinds 1902 gevestigd was in Brussel en geleid werd door de Vervierse architect Célistin–Joseph Helman. Vanaf 1897 trad Helman op als vertegenwoordiger–aandeelhouder van de Hasseltse keramiekfabriek met wie ook later nog een nauw samenwerking bestond. De fabriek in Brussel groeide uit tot het belangrijkste Belgische "Fabrique de panneaux décoratifs et de revêtement en céramiques d’art" met vanaf 1906 een fabriek in Sint-Agatha-Berchem. Later bekend als "S.A. Helman ceramic", in 1955 overgenomen door een Duitse groep en stopgezet in de jaren 1960.
Het huidige café is in oorsprong een burgerhuis, dat volgens het kadasterarchief in 1850 ongeveer zijn huidige vorm kreeg: een enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen). Vermoedelijk werd er sinds het einde van de 19de eeuw al café gehouden. Volgens de bouwaanvraag van 1925 werd het café vergroot en een vergaderzaal ingericht op de bovenverdieping door en voor de in 1924 opgerichte duivenmaatschappij de "Samenwerkende Maatschappij Local Unique" naar ontwerp van architect A. Massez. Volgens oude prentbriefkaarten had de begane grond toen nog twee rechthoekige vensters en rechts een rechthoekige deur met vier treden. Pas in 1951 werd de cafépui aangepast, volgens bouwaanvraag naar ontwerp van architect R. Swaelens (Brussel). De huidige, centrale dieper liggende deur wordt voorafgegaan door vier hardstenen treden en geflankeerd door brede zijvensters met glas-in-loodbovenlichten met ruitvormig patroon en drie ingewerkte medaillons met afbeelding van een reisduif, verwijzend naar de duivenvereniging. Op de ramen staat respectievelijk links en rechts geschilderd: "Duivenmaatschappij" en "Soc. Colombophile". Boven de puilijst geven grote losse letter de huisnaam "Local Unique" aan. De verankerde bovenverdieping is nu gecementeerd en beige geschilderd met rechthoekige omlijste vensters met imitatiehoekblokken en ijzeren leuningen; het schrijnwerk werd vervangen.
De huidige café-inrichting bestaat uit een gevelbrede kamer vooraan of het oude café, een smaller middendeel met nieuwe toog, loodrecht op de straat geplaatst en opnieuw een breder deel achteraan, verlicht door beglaasde bovenlichten, volgens de bouwaanvraag geplaatst in 1925. De mooie tapijttegelvloer met geometrisch patroon loopt door over het gehele café en dateert dus ook van 1925.
De caféruimte vooraan is aangekleed met houten lambriseringen waarin spiegels, friezen, faiencetegeltableaus en zitbanken verwerkt zijn, op dezelfde manier als bij het café Harmonie en die vermoedelijk uit dezelfde periode dateren. Hier werden twee grote tegeltableaus in een witte tegelomlijsting met afgeronde hoeken en architecturale borstwering onderaan, ingewerkt in de zijwanden van de caféruimte vooraan: links met zicht op Ronse in blauwgrijze tinten onder een bewolkte hemel, met onderaan een centrale rokende tripode geflankeerd door kleurrijke overvloedige vruchtentrossen die over de borstwering hangen en bovenaan twee door gevleugelde puttiparen gedragen portretmedaillons van respectievelijk "H. Conscience - 1812-1883" en "F.A. Gevaert - 1828-1908", met elkaar verbonden door een bloemenguirlade. Een gelijkaardig rechterpaneel stelt een landschap van de Vlaamse Ardennen voor en is voorzien van de portretten van "P.P. Rubens - 1577-1640" en "C. Meunier - 1831-1905", hier met weelderige bloemenslingers onderaan en signatuur "Helman céramiques Bruxelles" rechts op de borstwering aangebracht. Een polychrome bloemenfries in reliëftegels lijnt de caféruimte af. De geportretteerde figuren staan elk symbool voor één van de vier kunsten, namelijk de schilderkunst, de beeldhouwkunst, de literatuur en de muziek. De keuze voor Gevaert, in plaats van de meer voor de handliggende figuur van Peter Benoït, werd mogelijk bepaald door het feit dat Gevaert uit de streek was. Hij werd namelijk in Huise bij Oudenaarde geboren.
De panelen zijn virtuoos uitgevoerd in de zogenaamde drogelijntechniek en onderglazuurbeschildering, volgens signatuur door "Helman Céramiques Bruxelles". De locale achtergrond met zichten van Ronse en de Vlaamse Ardennen wijst hier op een specifieke opdracht. Er zijn dan ook geen gelijkaardige panelen in België bekend. De gegroefde pilasters tussen panelen en spiegels bezitten nog de koperen kapstokjes in zweepslagstijl. De zijwanden zijn voorzien van de typische zitbanken. Twee zware pilasters met consoles ondersteunen een houten balk en de doorgang naar de in 1925 toegevoegde caféruimte achteraan. Een deur met beglaasd paneel met glas-in-loodbloemmotief leidt naar een privévertrek en een dubbele beglaasde deur geeft toegang tot de overluifelde binnenkoer met toiletten. Achteraan bevindt zich de vernieuwde vertrekruimte voor de duiven op de plaats van de vroegere danszaal die uitkomt in Oude Vesten. Op de bovenverdieping is de grote, eveneens vernieuwde vergaderzaal van de maatschappij.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002330, Drie cafés met wandtegels
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 2009: Café Local Unique [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128986 (geraadpleegd op ).
Café zogenaamd "Local Unique". Oorspronkelijk 19de-eeuws rijhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen). Volgens bouwaanvraag van 1925 ingericht als café naar ontwerp van architect A. Massez. In 1951 aangepaste pui naar ontwerp van architect R. Swaelens (Brussel) met centrale deur en glas-in-loodbovenlichten met afbeelding van een duif, verwijzend naar de duivenvereniging. Gecementeerde bovenverdieping met rechthoekige omlijste vensters. Behouden café-inrichting van 1925 met omlopende houten lambriseringen waarin spiegels, friezen, faïencetegeltableaus en zitbanken verwerkt zijn. Twee grote tegeltableaus: links met zicht op Ronse in blauwgrijze tinten, centrale vaas met kleurrijke vruchten- en bloemenslingers en door engeltjes gedragen portretmedaillons van H. Conscience (1812-1883) en F.A. Gevaert (1828-1908). Gelijkaardig rechts paneel met landschap en portretten van P.P. Rubens (1577-1640) en C. Meunier (1831-1905), rechts onderaan gesigneerd "Helman céramiques Bruxelles".
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. 1998: Café Local Unique [online], https://id.erfgoed.net/teksten/28639 (geraadpleegd op ).