IJzeren passerelle in gebruik genomen in 1888, opgeblazen door de Duitsers in 1918 en heropgebouwd in 1920, deels met recuperatiemateriaal.
Door het verplaatsen van het station meer westwaarts in 1881 en het afschaffen van de overweg vanaf 1885 werd de verbinding met het zuidoostelijk stadsgedeelte verbroken. Als nieuwe verbinding werd uiteindelijk geopteerd voor een spoorwegbrug of passerelle in plaats van een voetgangerstunnel.
Toegankelijk via een trap en gekasseide helling aan de IJzerstraat en Molendam, met ijzeren leuningen eindigend op twee gietijzeren gaslantaarns in vorm van kandelaars op achtzijdige sokkels (deels afgebroken). Brug met boogconstructie van gesmeed ijzer, aan één zijde losliggend op rolletjes om spanningen en uitzetting bij temperatuurschommelingen op te vangen. Brug met geklonken vakwerkliggers in combinatie met diagonale liggers. Gesmeed ijzeren leuningen tussen verticale staven.
Rijksarchief Ronse, Hedendaags Gemeentelijk Archief Ronse, nr. 3731.
HEYSE M. 1991: Flaneren in het stationskwartier, Ronse, 5.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)