erfgoedobject

Neoclassicistisch burgerhuis met tuin

bouwkundig element
ID
28711
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28711

Juridische gevolgen

Beschrijving

De luxueuze stadswoning, gebouwd in 1900 in opdracht van de familie Rosier, werd uitgevoerd door steenkapper Emile Cuvelier in neoclassicistische stijl. Bij de woning hoort een grote stadstuin in landschapsstijl met vijver, waterput, serre, Mariagrotje en volière.

Historiek

Opmerkelijk burgerhuis uit de belle époque aan het Jean-Baptiste Guissetplein 8, in het kadasterarchief geregistreerd in 1900 met als eigenaars Achilles, Marie en Valérie Rosier, renteniers in Ronse. Zij zijn de kinderen van Charles-Louis Rosier en Charlotte Allard, geregistreerd als "horlogier-bijoutier" in de Abeelstraat en eigenaars in 1875 van de weverij-ververij Rosier-Allard in de nabijgelegen Charles de Gaullestraat (nummer 5, 7, de latere mechanische weverij "Usine du vieux Moulin" van Jean-Baptiste Guisset). De erfgenamen van juffrouw Marie Rosier (gestorven te Ronse op 6 november 1931) verkopen in 1932 "het herenhuis met dependenties, lusttuin en vijver" aan Ange Baert, schoenfabrikant in de Abeelstraat (nummer 25, zogenaamd “Baert Frères” tot 1976), in naam van zijn broer Adolphe Baert, toen schoenenfabrikant in Doornik. Van de enorme tuin werden aan de Fostierlaan verschillende kavels voor bouwgrond afgesplitst. In 1973 verkopen Adolphe Baert en zijn echtgenote Alice Lefebvre hun eigendom door aan hun neven en nicht, Louis, Marcel en Monique Baert. In 1977 treden deze uit onverdeeldheid en wordt Marcel Baert alleen eigenaar van het "herenhuis met dependenties, paviljoen, vijver en lusttuin" met een oppervlakte van 28 are, 32 centiare, 11 milliare. Dit is de oppervlakte van het herenhuis met tuin.

Aan het huidige Jean-Baptiste Guissetplein (nummer 6) had de uit Ath (Henegouwen) afkomstige steenkapper Emile Cuvelier in 1875 een bedrijf opgericht gespecialiseerd in blauwe en witte steen, marmer, beeldhouwwerk, schouwen en grafmonumenten. Zijn eigen woning, met volledig natuurstenen parement van witte steen en steen van Soignies, maar ook de aanpalende gebouwen nummer 4 (van 1889) en nummer 8 van de familie Rosier, zouden volgens gegevens verstrekt door zijn kleinzoon Paul Cuvelier, vermoedelijk ontworpen en zeker uitgevoerd zijn door Emile Cuvelier.

Beschrijving

Burgerhuis

Imposante rijwoning van twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen boven een souterrain, afgedekt door een pseudo-mansardedak (leien) met rechts een uitgewerkt dakvenster en links een vierkant venstertje in plaats van de oorspronkelijke oculus; ook de kroonlijst links is vernieuwd.

Opmerkelijk is het volledig natuurstenen parement met plint, zware bossage op de verhoogde begane grond en rijkelijk versierde erker met balusterborstwering, Ionische zuilen en voluutconsoles op de bovenverdieping, uitgewerkt in blauwe hardsteen van Soignies. Ook het erboven, gelijkaardig uitgewerkt dakvenster met fronton en siervaasbekroning is in hardsteen. Enkel boven de deurtravee is het parement van de bovenverdieping in zandsteen uitgevoerd. De smalle linker deurtravee wordt gemarkeerd door een zeer hoge rechthoekige deur met bovenlicht en eikenhouten paneeldeur met rijke profileringen en gesculpteerde rozassen en klassieke kroonlijst op consooltjes. De deurtrekker en brievenbus met opschrift "Lettres" zijn in koper uitgevoerd. De deurbel links is ingewerkt in een bronzen leeuwenkopje. Het bredere rechter zijrisaliet heeft gekoppelde, getraliede keldervensters, gekoppelde rechthoekige vensters op de bel-etage en een rechthoekige erker op zware voluutconsoles op de bovenverdieping. De rondboogvensters met balusterborstweringen in de erker zijn geflankeerd en gescheiden door gecanneleerde Korinthische halfzuilen die een zwaar entablement en de kroonlijst dragen. Het dakvenster met dezelfde ordonnantie bekroont de erker en is afgewerkt met een centraal fronton met wapenschild met letter “R” en drie siervazen. Het rondboogvenster van de deurtravee heeft eveneens een balusterborstwering en is afgewerkt met een hardstenen booglijst op imposten.

De achtergevel is eenvoudig witgeschilderd met een beglaasde uitbouw van de veranda links en een diep uitgebouwde annex rechts, aanleunend tegen de hoge scheidingsmuur van de vroegere fabriek. De uitbouw heeft de vorm van een classicistisch paviljoen met onder meer de keuken en een woonkamer. Het bepleisterde en witgeschilderde gebouw telt zes traveeën, links met afgeschuinde hoek, en één bouwlaag onder pseudomansardedak (leien, nok loodrecht op de straat) met centrale torentravee onder piramidaal leien dak met in zink uitgewerkte oculi. Het torentje heeft twee getraliede vensters en is afgewerkt met een zware houten kroonlijst op consooltjes. De getoogde, vlak omlijste vensters zijn per twee gekoppeld links en rechts van de deur, die gemarkeerd wordt door een glazen luifel op gesmeed ijzeren consoles. De rechter vensters zijn voorzien van glas-in-loodramen met geschilderde medaillons met draakmotief in neorenaissancestijl, kenmerkend voor de stijl van Camille Wibo, glasschilder in Doornik en begin 20ste eeuw eveneens werkzaam in Ronse. Enkele luikklemmen in de vorm van een mannenhoofdje zijn bewaard. Rechts sluit een lagere houten constructie met afgeschuinde hoek aan die uitkijkt op de tuin. De bovenlichten van de ramen zijn voorzien van geelgekleurd gestructureerd glas.

Interieur

De plattegrond van deze rijwoning is van het klassieke enkelhuistype met links gang en traphal en rechts een opeenvolging in de diepte van het salon, de eetkamer en een uitgebouwde veranda onder plat dak met bovenlicht en uitziend op de koer en de achterliggende tuin. Inkom, trappenhuis en de opeenvolgende woonvertrekken geven een monumentale, geraffineerde en rijkelijke indruk en getuigen van een grote ambachtelijkheid en kwaliteit toe te schrijven aan de uitvoerder Emille Cuvelier.

De inkomhal met witgeaderde marmeren vloer en plint, zware bossage met imitatiemarmerschildering, lijstwerk met rozetmotief en omlijste panelen, geeft via vier marmeren treden en een beglaasde tochtdeur toegang tot de indrukwekkende en zeer monumentaal ogende traphal. Hier ook vinden we dezelfde marmervloeren en rijke aankleding van de wanden met bossage en marmerschilderingen onderaan en typische paneeldecoratie met geprofileerd lijstwerk met uitgespaarde hoeken en diamantkopje terug. Het plafond is voorzien van zwaar lijstwerk en wordt gedragen door uitgewerkte consooltjes. Een bordestrap met gesculpteerde houten trappaal leidt naar de bovenverdieping. Opmerkelijk is het grote rondboogvormig venster boven het bordes, gevat tussen gemarmerde pilasters, onder een brede booglijst en onderaan voorzien van een balusterborstwering. Het raam is voorzien van en glas-in-loodraam met centraal motief met reiger en irisbloemen omgeven door een bloemenguirlande in art-nouveaustijl. Een metalen radiatorbeschermer met Sint-Jacobsschelpen en gevlochten motieven sluit eerder aan bij de art-decostijl.

Het salon vooraan behield zijn oorspronkelijke rijke aankleding in neo-Lodewijk XVI-stijl met witgeaderde gesculpteerde schouw, geleverd door het "huis Emile Cuvelier" en plafond met fijne stuclijsten met blad- en meandermotief en geschilderde boord met typisch kandelabermotief, arabesken en grotesken in zachte pastelkleuren. De geschilderde paneeldeur naar de gang en de vierdelige scheidingsdeur met de eetkamer vertonen eenzelfde kleurenpallet en zijn gedecoreerd met vergulde fakkels en pijlen, vaasmotieven en guirlandes in de deurstukken. Ook de originele deurklinken zijn bewaard. De lambriseringen bestaan uit een plint met kleine panelen met typische uitgespaarde hoeken, een aflijnende fries met lopende hondmotief en gelijkaardige grote panelen erboven.

In de eetkamer in neo-Vlaamserenaissance-stijl trekt de zwartmarmeren schouw met leeuwenkopjes voorzien van koperen ringen en roodmarmeren zuilen, eveneens geleverd door het huis Emile Cuvelier, alle aandacht. Het plafond met een zware omlopende houten kroonlijst op voluutconsoles en boord met cassetten is in het centraal achtzijdig paneel beschilderd met arabesken in rode en groene tinten. Hier zijn de lambriseringen en de paneeldeuren in donker hout afgewerkt. In beide kamer zijn ook de originele parketvloeren en elektriciteitsschakelaars bewaard.

De veranda achteraan met volledig beglaasde wand uitziend op de binnenkoer, wordt extra verlicht door een lanterneau met imitatie glas-in-loodschildering met bladranken gevat in een klassieke omlijsting en kroonlijst op consooltjes. Verder heeft de kamer een granitovloer met mozaïeklijst, radiatorbeschermer in hout en een dubbele beglaasde deur in een neoclassicistische deuromlijsting naar de gang toe. Dezelfde neoclassicistische afwerking met gemarmerde pilasters en stucplafonds met lijstwerk en consoles is gebruikt op de bovenverdieping, zowel op de overloop als in sommige kamers wat niet zo gebruikelijk is. Een trapkast geeft toegang tot de mansardeverdieping.

De aanbouw bevat de keuken en een woonkamer met eveneens een zwartmarmeren schouw. Een trap leidt naar het torentje en de zolder. In de aansluitende veranda bleef de hoekschouw en een radiatorbeschermer behouden.

Tuin

Achter de binnenkoer bevindt zich een mooie landschapstuin met vijver gelegen in binnenblok en oorspronkelijk reikend tot de Fostierlaan.

Vooraan in de tuin staat een waterput met gesmeed ijzeren bekroning met katrol en op de gemetste onderbouw van natuursteenblokken een schildje met letter "R" verwijzend naar de oorspronkelijke eigenaar Rosier. In de gemetselde bakstenen waterput komt een mooie muurvegetatie voor van varens en tongvarens. In het noorden tegen de perceelgrens werd, eveneens in 1900 een plantenserre in natuursteenblokken gebouwd, aan de zuidzijde volledig beglaasd en gestut door zuiltjes. Verderop, op een heuvel, ontstaan door het uitgraven van de vijver, werd een Mariagrotje gebouwd in natuursteenblokken voorzien van een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Aan de voet van de heuvel, een verlaten volière.

Centraal in de tuin ligt een niervormige vijver in een betonnen beschoeiing en met een beplant eilandje in het midden. Een grote magnolia (Magnolia) beschaduwt de linkerkant. Een gekasseid pad loopt links van de vijver en wordt afgezoomd door verschillende geschoren coniferen, rechts van de vijver is een rozenperk afgezet met paden gedekt met rode steentjes. Een taxusrij (Taxus) achteraan werd deels gerooid.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Ronse, mutatieschetsen 1876 (48) en 1900 (37).
  • BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1998: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Ronse, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N3, Brussel - Turnhout.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/45041/103.1, Herenhuis met tuin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch burgerhuis met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28711 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.