omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof van Riemen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Hof van Riemen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hof van Riemen met toegangspoort en brug
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Hof van Riemen: uitbreiding omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Hof van Riemen: uitbreiding omgeving
Deze bescherming was geldig van tot
Het hof van Riemen is een ensemble van een laatmiddeleeuws hof op een omgrachte site in combinatie met landgoederen en een dreef. Het was de zetel van de heerlijkheid Riemen, tevens de verblijfplaats van de heer van Riemen. Een heerlijkheid verschafte aanzien en inkomsten en dus was het bezit van een heerlijkheid een gegeerd goed voor de welgestelde patriciër of de adel uit het feodale verleden. Uit welke bezittingen de heerlijkheid precies bestond en waar die precies lagen, weten we niet. Vermoedelijk vormden deze goederen geen aaneengesloten gebied. Het was gebruikelijk dat bezittingen geografisch soms ver uit elkaar lagen. In de 15de eeuw bestond het goed uit 23 ha akkers, beemden, bos en graslanden.
De oudste, ons bekende geschreven vermelding van het hof van Riemen dateert van 1468. In de 15de eeuw was de site van het hof van Riemen in elk geval al bebouwd. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft het hof van Riemen een ouder verleden. Want de gracht die de site omgordt, wijst mogelijk op het bestaan van een oude versterking met een opperhof -neerhof structuur: het opperhof als versterking en verblijf voor de heer en een neerhof voor de dienstgebouwen. In de loop van de 15de eeuw werd vermoedelijk een nieuwe stenen residentie in traditionele bak- en zandsteenstijl gebouwd. Tussen de keuken en de zogenaamd ‘blauwe kamer’ modo ‘pronkkamer’ bleef een bakstenen muur bewaard met roze mortelspecie en drie gotische mazieren, mogelijk een overblijfsel van de gesloopte constructie. Het goed was achtereenvolgens eigendom van de families Van Riemen, Van Lyere, Colibrant, Roelofs, de Cuypere, de Moor, Hougaerts, Scorion, Helman en Hanssens. In de periode 1468-1532 werd het hof van Riemen verpacht. In die periode stond het bekend als hoeve Torshaghen (te Orshagen).
In 1610-1644 verbouwde Jan de Cuypere het geheel tot een buitengoed met pachthoeve. Bij deze vergroting bleef het woonhuis in traditionele stijl bewaard. Tegen de voorzijde werd in ongeveer dezelfde stijl een constructie van één bouwlaag gebouwd, bestaande uit twee grote kamers met centrale gang, die toegang gaf tot de oude achterbouw en de nieuwe kelder onder de rechter kamer. Waarschijnlijk dateert ook het poortgebouw uit deze periode, gezien dezelfde materialen en stijlkenmerken. Midden 17de eeuw werd het hof van Riemen omschreven als een omgrachte site (hof mette omwateringhe) met onder andere een lusthof, een pachthoeve met een erf, een mesthoop, stallen en een schuur, kortom een plek met enige uitstraling. Het hof was omhaagd met een geschoren iepenhaag . Notenbomen zorgden voor schaduw op het erf en een dreef verbond het hof van Riemen met de dorpskern van Heist-op-den-Berg
In de loop van de 18de eeuw werd het goed opnieuw een pachthof. Het globale uitzicht bleef behouden. Geleidelijk werden de stenen kruiskozijnen vervangen door houten ramen. Ferraris karteerde rond 1775 het hof van Riemen als enkele losstaande gebouwen en een erf met moestuintjes of boomgaard aan de oostkant binnen een rechthoekige omgrachting, die vanaf de latere Orshagenstraat toegankelijk was via een brug. Een dubbele dreef leidde naar de dorpskern. Bij de precisie van deze kartering kunnen vraagtekens worden geplaatst, want een nauwkeurigere kaart van 1788 geeft de dreef weer met een enkele bomenrij langs de twee kanten van de weg. Bomenrijen kwamen in het algemeen veel voor op perceelsscheidingen langs akkers en weilanden. Ten zuiden van de site bevond zich het “Braeghtbos”, maar het is onzeker of dat tot de bezittingen van het Hof van Riemen behoorde.
In 1937 liet de nieuwe eigenaar I.J. van der Ghinst “restauratiewerken” uitvoeren: dakkapellen werden toegevoegd en de dichtgemetselde vensters rechts van de deur werden opnieuw geopend. Tien jaar later werden grondigere, historiserende werken uitgevoerd naar ontwerp van architect A. Pompe (Brussel): het grote manke zadeldak van het hoofdgebouw werd, zoals duidelijk blijkt uit oude prentkaarten, ontdubbeld in twee aparte zadeldaken. Het 15de-eeuwse dakgebinte van de achterbouw bleef behouden, terwijl het 17de-eeuwse dakgebinte van de voorbouw wel werd vernieuwd. Tegelijkertijd werd de voorgevel verhoogd, afgelijnd met een baksteenfries en voorzien van de jaarankers 1537, dit zonder historische referentie. Rond 1950 kreeg de dreef een nieuwe samenstelling: afwisselend werden bruine beuk en Italiaanse populier aangeplant.
In 1978-1980 kocht de gemeente het hof van Riemen aan, gevolgd door een algemene restauratie naar ontwerp van architect E. Vermeiren (Oostmalle), in het kader van de uiteindelijke bestemming als congrescentrum en restaurant. De restauratie van de brug en het poortgebouw werd uitgevoerd in 1993-1994, de restauratie van het hoofdgebouw volgde in 1994-1996. Daarna vatte de opdrachtgever de herinrichting van de omgeving aan, waaronder de heraanleg van het terrein binnen de gracht met de boomgaard, de aanleg van een parking, de inrichting van het park en het buitengebied, de aanleg van een poel in het grasland. In 1997 nam de gemeente het initiatief tot de aanplant van een bijkomende bomenrij aan de buitenzijde van de dreef, zodat deze tot een dubbele dreef zou uitgroeien. Voorheen waren de Italiaanse populieren al uit de eerste bomenrij gekapt, zodat de bruine beuken meer ruimte kregen. Er was namelijk nogal wat tak- en boomsterfte vastgesteld. Een ingrijpende verandering op de onmiddellijke omgeving van het hof van Riemen was de aanleg van de Paul Van Roosbroecklaan dwars door de dreef (1998) en de aansluitende verkaveling van het Gastveld (1995-2000). Terwijl historisch gezien het hof van Riemen vrij geïsoleerd in het buitengebied van Heist-op-den-Berg lag, raakte het op het einde van de 20ste eeuw steeds meer verweven met de verstedelijkte omgeving van Heist-op-den-Berg.
Het Hof van Riemen is een omgracht ensemble met een beukendreef als overblijfsel van de verbindingsweg tussen het hof en de dorpskern, in een nog vrij open omgeving. De toegangspoort bevindt zich in het noorden langs de Orshagenstraat, het hoofdgebouw staat ten zuidwesten ervan. De voormalige stal en schuur, heden nieuwbouw, staan ten westen; het eveneens later gebouwde wagenhuis bevindt zich ten zuiden. Ten oosten van de bebouwing bevindt zich een grasland met verspreide bomen, mogelijk een relict van een voormalige boomgaard. De omgrachting wordt aan de buitenzijde grotendeels afgezoomd door eiken. Ook aan de binnenzijde komt een bomenrij voor.
De toegang bestaat uit een zwaar verankerde bakstenen boogbrug met twee rondbogen en natuurstenen dekplaten. Het wegdek is gekasseid. Interessant aan het poortgebouw is de duiventil. Het is een materiële getuige van de heerlijke rechten van de eigenaar van het hof. Niet zomaar iedereen mocht duiven houden. Dat recht was voorbehouden aan de eigenaars van een heerlijkheid. Het poortgebouw onder lessenaarsdak (parallel aan de straat, Vlaamse pannen) heeft een centraal hoger oplopend gedeelte, flankerende brede steunberen met een rechthoekige houten luikje in zandstenen omlijsting en een gedrukte rondboogpoort in een zandstenen omlijsting met sluitsteen, imposten, druiplijst en een bekronend rondboognisje.
Het onderkelderde hoofdgebouw bestaat uit twee tegen elkaar aanleunende parallelle vleugels, anno 1997 onder aparte zadeldaken (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen). De westvleugel wordt beschouwd als het oudste gedeelte en dateert uit de 15de eeuw (voor 1468). Deze vleugel vertoont laatgotische reminiscenties (zie interieur). De oostvleugel dateert uit de periode 1610-1644. Het herbepleisterde geheel telt één (oost) plus twee (west) bouwlagen tussen zijtuitgevels op schouderstukken; aan de erfzijde telt de lijstgevel vijf traveeën. De dubbelhuisopstand heeft beluikte rechthoekige vensters op vernieuwde arduinen lekdrempels, eertijds zandstenen omlijsting met kwarthol beloop verwijzend naar vroegere kruiskozijnen. De gevel bevat een rondboogdeurtje in een zandstenen omlijsting met imposten, sluitsteen en druiplijst en een rechthoekig bovenlicht. De overige gevels vertonen een gelijkaardig sober uitzicht met rechthoekige muuropeningen en krulankers zoals in de erfgevel.
Het interieur op het gelijkvloers van de oostvleugel omvat rechthoekige deuren in zandstenen omlijsting met lateiconsooltjes; bewaarde balken op sloffen met zaagtandmotief, rode en zwarte tegelvloeren en gotische schouwen. In de kelder zijn nog een bepleisterd tongewelf en rode tegelvloer aanwezig. Op de bovenverdieping is een 17de-eeuwse muurschildering met voorstelling van een kerk en een haardplaat gedateerd 1739 te vinden. Tussen de oost- en westvleugel bevindt zich een korfboogdeurtje in een zandstenen omlijsting. De westvleugel omvat eveneens bewaarde schouwen, deuren met ijzerbeslag, balkenrooster en de zogenaamd ‘pronkkamer’, voorzien van een barok stucplafond met twee schilderijen waarop allegorische voorstellingen prijken respectievelijk van Saturnus en Heracles, stilistisch gezien te situeren in de tweede helft van de 17de eeuw - begin 18de eeuw. Voor het gehele interieur werd zoveel mogelijk geopteerd voor de oorspronkelijke kleurstelling.
Op de plaats van de voormalige stal bevindt zich een nieuwe constructie met het volume van de voormalige stal (nokrichting loodrecht op de straat), aansluitend op het hoofdgebouw via een glazen verbindingsconstructie. Het vervallen wagenhuis met een steekbogige arcade telt drie traveeën onder een zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Anno 1997 is het gebouw gesloopt met het oog op wederopbouw.
De historische dreef bestaat uit een enkele bomenrij aan elke kant van de weg. Het jaartal van aanplant is niet gekend, maar we weten wel dat ze eind 17de eeuw al bestond. De huidige beplanting is recent, waarbij de eerste bomenrij sinds het midden van de 20ste eeuw uit bruine beuk bestaat en de tweede bomenrij in 1997 door de aanplant van jonge bruine beuken tot stand is gekomen.
Auteurs: Verboven, Hilde; Cox, Lise; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Heist-op-den-Berg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof van Riemen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2888 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.