Oorspronkelijk twee eind 19de-eeuwse burgerhuizen, sinds 1939 eigendom van de zusters augustinessen en aangepast als klooster. Thans gedecapeerde bakstenen voorgevels van vier en drie traveeën en drie bouwlagen (nummer 24 volgens bouwplan van 1939 verhoogd met één verdieping) onder zadeldaken (pannen). Getoogde vensters in nieuwe natuurstenen omlijsting. Behouden koetspoort in arduinen omlijsting en origineel houtwerk.

Interieur. Gang met stucdecoratie, mozaïekvloeren door de Italiaan Zuliani, marmeren schouwen en salon met lambriseringen in neo-Lodewijk XVI-stijl (nummer 26).

In de tuin eenbeukige kapel opgetrokken uit gele baksteen onder pannen zadeldak met vierkante klokkentorentje, van 1954 naar ontwerp van de architecten H. en P. Cuvelier.