Het Pelgrimhof is een middeleeuws leengoed met een deels omgracht, bosrijk park, gelegen nabij de grens met Beerzel.
De benaming Pelgrimhof gaat terug tot begin 14de eeuw, toen het goed in leen werd gehouden door Pelgrim Tucbake. Deze benaming komt voor het eerst voor in akten van 1412. Het complex werd vermoedelijk gebouwd als hof van plaisantie rond het midden van de 17de eeuw.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de “Cense Pellegrimhoeve” weer als een omgracht domein met verschillende gebouwen omgeven door moestuintjes, te midden van weilanden onder bos en akkers. Een dreef geeft vanuit het noordwesten en het zuidoosten uit op het domein. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) beeldt de “Pelgrimshoef” af binnen een circulaire omgrachting die aansluit op de omgrachting langs de zuid- en oostzijde. Het tracé van deze gracht is nog grotendeels bewaard. Het hof is toegankelijk vanuit de dreef in het noordwesten.
Het vrij geïsoleerde domein is vanuit het noordwesten toegankelijk via een een dubbele beukendreef, die vertrekt van de Heiststeenweg (Beerzel). Een geschoren haag langs de Kastanjedreef begrenst het domein aan de noordwestzijde. De Peredreef geeft uit op de Kastanjedreef. Langs het kruispunt van beide dreven bevindt zich de kapel Zoete Naam Jezus. De toegangspoort in het westen, bestaande uit arduinen pijlers met siervazen en een fraai smeedijzeren hek, dateert van circa 1800. De poort geeft uit op een met gras begroeid binnenplein met het kasteel aan de oostzijde, het dienstgebouw (ingericht als conciërgewoning) aan de noordzijde en de voormalige stal aan de zuidzijde.
Het uitzicht van het hoofdgebouw dateert van midden 17de eeuw en de tweede helft van de 20ste eeuw. De vrijstaande en verankerde, bakstenen constructie op een rechthoekige plattegrond heeft een lijstgevel van zes traveeën en twee bouwlagen onder een overkragend zadeldak op daklijstbalkjes (kunstleien). De verspringende gevelordonnantie vertoont diverse bouwnaden, die verwijzen naar verbouwingen en aanpassingen van de muuropeningen. De beluikte, rechthoekige vensters hebben een zandstenen of nieuwe natuurstenen omlijsting; boven de overluifelde, centrale rechthoekige deur met zandstenen hoekblokken en beschilderde latei is een kruiskozijn bewaard. Rechts naast de deur bevindt zich een betralied rondboogvenster met rolwerksluitsteen en een zandstenen onderdorpel. De tuitvormige dakvensters zijn symmetrisch geplaatst. De zijtuitgevels met muurvlechtingen vertonen sporen van oudere muurvlechtingen die wijzen op een oudere, lagere kern met steilere dakhelling; aandaken met overhoeks topstuk en schouderstukken; gedichte en vernieuwde muuropeningen. De beter bewaarde en meer symmetrisch opgebouwde achtergevel kijkt uit op de vijver en is geritmeerd door steunberen op de begane grond. De beluikte, rechthoekige vensters hebben deels bewaarde, deels gecementeerde omlijstingen. De dakvensters zijn gelijkaardig aan deze aan de voorzijde. Het interieur is aangepast.
De conciërgewoning is een verankerd bakstenen breedhuis met aangepaste lijstgevel, (zie bouwnaden) van vijf traveeën en één + anderhalve bouwlaag onder een zadeldak met verspringende noklijn (nok loodrecht op het hoofdgebouw, mechanische pannen). Neotraditionele elementen als witgeschilderde muurbanden, hoekkettingen, omlijstingen en tuitvormig dakvenster zijn bewaard. De muuropeningen zijn rechthoekig of steekbogig. De rondboogpoort is gedicht. De rechtse zijgevel heeft een korfboogdeur en een rondboogluik. Links bevindt zich een lager aanbouwsel; een bakstenen bijgebouw onder een afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op het Pelgrimhof, Vlaamse pannen) staat ten zuiden. Dit bijgebouw heeft rechthoekige muuropeningen onder een houten latei en een aangebouwde serre.
De gebouwen bevinden zich op een omgracht binnenplein in het westen van het domein. Deze gracht sluit aan op de gracht die lang de zuid- en oostzijde van het domein loopt en ten zuidoosten van het bebouwde eiland een tweede eiland omsluit. Een opgaande bomenrij zoomt de gracht aan weerszijden af. Het park, mogelijk aangelegd omstreeks 1800, wordt doorsneden door diverse dreven. Bruggetjes van knoestig imitatie-hout lopen over de verschillende waterpartijen in het park. .
Auteurs: Cox, Lise; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Cox L. & Kennes H. 2015: Domein Pelgrimhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168491 (geraadpleegd op ).
Omgracht middeleeuws leengoed met deels omgracht, bosrijk park, gelegen nabij de grens met Beerzel. Begin 14de eeuw in leen gehouden door Pelgrim Tucbake, vanwaar de benaming "Pelgrimhof". Benaming voor het eerst voorkomend in akten van 1412. Huidig complex vermoedelijk gebouwd als hof van plaisantie midden 17de eeuw.
Vrij geïsoleerd domein toegankelijk via een beukendreef ten noordwesten, die vertrekt van de Heiststeenweg (Beerzel). Toegangspoort in het westen, met gras begroeid binnenplein met kasteel ten oosten (nummer 10), dienstgebouw, heden ingericht als conciërgewoning, ten noorden (nummer 8), voormalige stal ten zuiden. Toegangspoort bestaande uit arduinen pijlers met siervazen en fraai smeedijzeren hek, van circa 1800.
Hoofdgebouw met huidig uitzicht van midden 17de eeuw en de tweede helft van de 20ste eeuw. Vrijstaande en verankerde, bakstenen constructie op rechthoekige plattegrond, met lijstgevel van zes traveeën en twee bouwlagen onder overkragend zadeldak op daklijstbalkjes (kunstleien). Verspringende gevelordonnantie met diverse bouwnaden, die verwijzen naar verbouwingen en aanpassingen der muuropeningen. Beluikte, rechthoekige vensters in zandstenen of nieuwe natuurstenen omlijsting; bewaard kruiskozijn boven de overluifelde, centrale rechthoekige deur met zandstenen hoekblokken en beschilderde latei. Rechts naast de deur: betralied rondboogvenster met rolwerksluitsteen en zandstenen onderdorpel. Symmetrisch geplaatste tuitvormige dakvensters. Zijtuitgevels met muurvlechtingen en sporen van oudere muurvlechtingen die wijzen op een oudere, lagere kern met steilere dakhelling; aandaken met overhoeks topstuk en schouderstukken; gedichte en vernieuwde muuropeningen. Beter bewaarde en meer symmetrisch opgebouwde achtergevel, uitziend op een vijver en geritmeerd door steunberen op de begane grond. Beluikte, rechthoekige vensters in deels bewaarde, deels gecementeerde omlijstingen. Gelijkaardige dakvensters als aan voorzijde. Aangepast interieur.
Conciërgewoning: verankerd bakstenen breedhuis met aangepaste lijstgevel, zie bouwnaden, van vijf traveeën en één + anderhalve bouwlaag onder zadeldak met verspringende noklijn (nok loodrecht op het hoofdgebouw, mechanische pannen). Neotraditionele elementen als witgeschilderde muurbanden, hoekkettingen, omlijstingen en tuitvormig dakvenster. Rechthoekige of steekbogige muuropeningen; gedichte rondboogpoort. Rechts zijgevel met korfboogdeur en rondboogluik. Lager aanbouwsel links. Bakstenen bijgebouw onder afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op het Pelgrimhof, Vlaamse pannen) ten zuiden. Rechthoekige muuropeningen onder houten latei en aangebouwde serre.
Park met diverse dreven en bruggetjes van knoestig imitatie-hout, mogelijk aangelegd circa 1800.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kantons Duffel - Heist-op-den-Berg, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1997: Domein Pelgrimhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/2904 (geraadpleegd op ).