Gelegen op het traject van de spoorlijn "Chemin de Fer Hainaut et Flandres", een private spoorwegmaatschappij opgericht in 1856 met het doel de spoorwegverbinding tussen Saint-Ghislain en Oudenaarde uit te baten aansluitend op de lijn Gent-Oudenaarde; ingehuldigd 1 september 1861 met 'halte' en eerste stationsgebouwtje ter hoogte van de Aatstraat. Een tweede lijn 's Gravenbrakel-Kortrijk via Ronse werd in 1869 in gebruik genomen. De "Compagnie des bassins houillers du Hainaut" plande een lijn Antwerpen-Douai via Ronse in 1872 en legde de lijnen Ronse-Lessen (1872), Zottegem-Ronse (1875) en Ronse-Doornik (1876) aan zodat zes lijnen Ronse bedienden. Na lang aandringen van de lokale industriëlen en beleidsmensen voor een nieuw station, de bloeiende textielstad waardig, werd in 1878 door de toenmalige minister van Openbare Werken A. Beernaert beslist het oude station van het Zand te Brugge, een ontwerp van architect A. Payen (Brussel) van 1841, in gebruik genomen in 1844, af te breken voor een nieuw station en het oude gebouw per trein naar Ronse over te brengen. Hierdoor bezit Ronse het oudste stationsgebouw van het Europese continent. Ingehuldigd in januari 1881. Een gedenkplaat op de voorgevel vermeldt: "Van 1844 tot 1879 was dit het eerste station van Brugge. Het werd hier heropgebouwd in 1881 en gerestaureerd in 1989".
Sterk horizontaal gemarkeerd en symmetrisch opgebouwd neoclassicistisch stationsgebouw van elf traveeën en één en twee bouwlagen voornamelijk onder platte daken en lage zinken zadeldaken boven zij- en middenrisalieten. Identieke voor- en perrongevel met bepleisterde en witgeschilderde gevels afgewerkt en verrijkt met contrasterende arduinen hoekblokken, geprofileerde vensteromlijstingen en booglijsten, omlopende lijsten, balustraden en frontons. Middenpartij van drie traveeën met twee bouwlagen met blinde attiek en hoger oplopend dakvenster onder bekronend driehoekig fronton met gietijzeren akroterion met vrouwenhoofdje; boven zijrisalieten met bebaard mannenhoofd. Pleingevel met in 1889 geplaatst uurwerk in dakvenster. Drie rondboogdeuren op de begane grond en rechthoekige bovenvensters met balusterborstweringen gescheiden door Ionische pilasters; medaillons in de zijpenanten. Zijgevels van drie traveeën met rechthoekige vensters en blinde attiek. Zijvleugels van elk vier traveeën met bredere hoekrisalieten met aflijnende hoekblokken en bekronend pseudo-driehoekig fronton met topstuk en dito akroteria. Rondbogige muuropeningen onder booglijst op imposten, vensters met dorpels op voluutconsooltjes. Balustrade boven de drie middentraveeën. Zijgevels van drie traveeën met gelijkaardige rondboogvensters en blinde attiekbekroning. Perronzijde voorheen met glazen luifel op gietijzeren zuilen.
Plattegrond met centrale lokettenzaal, rechts wachtzaal en buffet en links burelen, vernieuwd volgens bouwplan van 1959.
Tegenover de sporen, beplante berm en in geschoren ligusterhaag aangebrachte naam "Ronse" en "Renaix".
Rechts van het stationsgebouw, voormalig "Telefoon- en telegraafgebouw" gebouwd in 1905 in een gelijkaardige neoclassicistische stijl, oorspronkelijk één bouwlaag en vijf op drie traveeën met centraal pseudo-fronton en laag zinken dak. Volgens bouwplan van 1931 verhoogd met één bouwlaag in dezelfde stijl. Gepleisterde en witgeschilderde lijstgevels, hier met markerende grijsgeschilderde in plaats van arduinen ornamenten.
Links van het stationsgebouw, voormalige goederenloods in plaats van vroeger stationsgebouw, onteigend in 1886 en vernieuwd na de Eerste Wereldoorlog naar voorontwerpen van 1910-1914. Ingericht in 1924 naar plannen van architect V. Dupont. Langgestrekt bakstenen gebouw van twintig traveeën en één bouwlaag onder laag zinken zadeldak met overstekende dakschilden op ijzeren consoles en afgewerkt met houten windveren. Ritmerende getoogde nissen waarin poorten en vensters alterneren; ramen met kleine roedeverdeling. Perronzijde met verhoogd betonnen bordes met zeven traveeën.
- Rijksarchief Ronse, Hedendaags Gemeentelijk Archief Ronse, nummer 3754.
- Rijksarchief Ronse, Topografisch-historische atlas, nummer 778.
- Stadhuis Ronse, Archief Huisvesting - Ruimtelijke Ordening, Bouwaanvragen, Doos 1931. 1.1-30.6.
- ASG., Station van Ronse oudste van het kontinent, in Het Nieuwsblad 15-12-1989.
- DECRITS M., De spoorweg te Ronse, in Annalen Geschied- en Oudheidkundige Kring van Ronse en van het Tenement van Inde, XXXV, 1986, p. 129-141.
- LINTERS A., De spoorweg te Ronse, in VVIA-Berichten, 4, 1982, p. 2-3.
- RAU J. A., Brugge, Memories van een stad, Brugge, 1984, p. 40.