Hoeve, in de 14de eeuw ook genaamd Hof ter Paelt en in de 15de eeuw Ter Beke naar de nabij gelegen Paeltbeek, modo Zennekensbeek. Evenals de Kleine Krankenhoeve en de "Nieuwe Krankhoeve (zie Bonheiden) een bezit van het Krankenhuis van de Mechelse begijnen en omwille van de uitgestrekte landbouwgronden te Peulis, Bonheiden en Onze-Lieve-Vrouw-Waver, "Grote Krankhoeve" genoemd; wanneer het goed in het bezit kwam van de begijnen is niet geweten, maar de hoeve wordt reeds vermeld in hun oudst bewaarde cijnsboeken van 1340.
In een huurcontract van 1549 is sprake van een woonhuis, "'t cleyn huyske", een wagenhuis en een schaapskooi; in 1578 worden tevens een schuur, een varkenskot en een veulenstal vermeld en in 1653 nog een kaashuis. In 1661 werd een, blijkbaar losstaande, stal herbouwd in steen door metser Anthoon Stessens. In 1714 bouwden Peter en Jan Stessens, samen met Jaspar van Biscom, de huidige hoeve; als steenhouwer van de gekapte zandsteen wordt Jacobus De la Hey vermeld.
Woonstalhuis met parallel wagenhuis respectievelijk ten noorden en ten zuiden van een aarden erf, ingeplant op een gedeeltelijk omhaagd domein op de hoek van de Krankhoevelei en de Mechelbaan met grote, deels met gras begroeide siertuin ten noorden en rest van een boomgaard ten noordoosten; bewaarde waterput.
Verankerd bakstenen woonstalhuis van zeven traveeën en één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak (nok evenwijdig aan straat, Vlaamse pannen), slechts deels zichtbaar (zie later aanbouwsel), jaartal "1714" van gesinterde steen in zuidelijke achtergevel. Aangepaste, rechthoekige, deels betraliede en beluikte, muuropeningen onder houten lateien en rondboogdeurtjes, laatstgenoemde aan achtergevel met imposten en sluitsteen van zandsteen. Noordzijde met nagenoeg centraal een latere schoorsteen. Verspringende, onder meer later aanbouwsel links, zuidelijke achtergevel met gekalkte steigergaten, rondboognisje onder bekronend kruis en sporen van een vroegere korfboogpoort. Oostgevel van vier traveeën met duidelijke sporen van verbouwingen en voormalige witgekalkte hoekblokken, noordelijke travee met opkamer met betralied en beluikt, witgekalkt kruiskozijn van zandsteen boven een rechthoekig keldervenster.
Verankerd, bakstenen wagenhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig aan straat, Vlaamse pannen), rondboogpoorten; rechts aansluitend lager en smaller aanbouwsel onder golfplaten.
Interieur met bewaarde balklagen, onder meer moerbalk op slof; moosgat, zwarte tegelvloer, opkamer en kelderluik. Kamer met haard met geprofileerde zandstenen rechtstanden naar laatgotisch patroon.
- RAES E., Getuigen van het agrarisch verleden van Bonheiden, Gent, 1993, 118-144.