erfgoedobject

Ambtswoning van de Gouverneur

bouwkundig element
ID
29234
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29234

Juridische gevolgen

Beschrijving

Achteruitgelegen complex bestaande uit de hoofdvleugel van vier traveeën en drie bouwlagen onder gemansardeerd schilddak, visueel geflankeerd door twee zijvleugels van één travee en twee bouwlagen; doch de linker vleugel is feitelijk travee van de achtergevel van de Proosdij en de rechtervleugel is een deel van de zes traveeën brede zijvleugel die tot de Gouverneurswoning behoort. Groot gekasseid staatsieplein achter smeedijzeren hekken. Huidig uitzicht dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw doch met aanwezigheid van een oudere kern, zie complexe kelderconstructie met onder meer tongewelven, oudere moerbalken en ankers.

Geschiedenis

Tot het vierde kwart van de 18de eeuw: locatie van de residentie van de Brugse bisschop; na de annexatie bij Frankrijk ingericht als prefectuur van het Leiedepartement. 1806-1808: bestaand pand wordt verbouwd in laatclassicistische stijl op vraag van de toenmalige prefect naar ontwerp van architect J.F. Van Gierdegom (Brugge) en onder leiding van verschillende ambachtslui zoals F. Laveigne voor het metselwerk, C. Schoone voor het steenhouwerswerk, J.N. Van Gierdegom voor het timmer- en schrijnwerk. 1830: in gebruikneming als gouverneursresidentie. 1870-1871: uitbreiding ten westen met neoclassicistische vleugel van zeventien traveeën en drie bouwlagen vermoedelijk naar ontwerp van architect Pierre Buyck (Brugge). 1893: realisatie van het zwartbeschilderde en deels vergulde hek dat het staatsieplein afsluit, naar ontwerp van L. Langlet (Jumet) ter vervanging van een hek tussen pijlers van arduin. 1963: sloop van de neoclassicistische vleugel die wordt vervangen door een nieuwbouw naar ontwerp van architect Arthur Degeyter (Brugge). Circa 1985: aan tuinzijde, aanbouw van het bureau van de gouverneur.

Beschrijving

Hoofdvleugel. Breedhuis met streng geometrisch opgebouwde, bepleisterde en lichtgrijsbeschilderde lijstgevel. De begane grond met imitatiebanden, doorbroken door vier rondboogdeuren, vormt een sokkel voor de Corinthische pilasters in kolossale orde van de tweede en derde bouwlaag, afgelijnd door een entablement en omlopende kroonlijst op klossen. Rechthoekige bovenvensters in geprofileerde omlijstingen, op tweede bouwlaag met kroonlijst en op derde met smeedijzeren vensterleuning. Vensterindelingen en pleisterwerk van de begane grond doorgetrokken over de zijtraveeën en rechter zijvleugel, onder meer met koetspoort. Smeedijzeren, beglaasde luifel boven twee centrale traveeën.

Aan tuinzijde, bepleisterde en lichtgrijsbeschilderde lijstgevels. Zuidelijke muur met rondbogige benedenvensters gescheiden door halfzuiltjes met kapitelen verrijkt met palmetbladeren; oorspronkelijk open, doch nu beglaasde bovengalerij met balusterborstwering; centrale travee bekroond door driehoekig fronton. Noordoostelijke muur met segmentboogvensters gescheiden door penanten en met balusterleuningen.

Interieur. Hoofdvleugel bestaat op begane grond uit ruime inkom en 18de-eeuwse enfilade van salons, die alle uitkomen op de galerij aan tuinzijde. Inkom. Zwart-witmarmeren vloer met stermotief. Stucplafond en wanden versierd met Lodewijk XVI-getinte ornamenten. Symmetrisch opgestelde vleugeldeuren.

"Salon van de Horloge". In oostwand, 18de-eeuws uurwerk met opschrift "Jacques Minne à Bruges". Oude moerbalken en wanden met stucbepleistering. Witmarmeren schouw in Lodewijk XV-stijl. "Blauw Salon" en "Damessalon". Uitvoerig bepleisterd plafond. Neo-Lodewijk-XVI-aankleding onder meer witmarmeren schouw. "Rooksalon". Oorspronkelijke antichambre. "Wit salon". Stucplafond met ovaal lijstwerk. "Wintertuin". Gietijzeren constructie tussen de vernieuwde vensters versierd met gegroefde zuiltjes. "Bureaus van Kabinetschef en Gouverneur". Enfilade van twee salons in empirestijl met stucbepleistering onder meer vergulde deurstukken en spiegels. Trapzaal en gang. Vermoedelijk naar ontwerp van architect Isidore Alleweireldt (Brugge). Bepleisterde traphal met neoclassicistische inslag onder meer flankerende muurpilasters, rondboogarcade, beeldnis, fraaie houten trapleuning.

Bovenverdieping met aaneensluitende kamers met onder meer schouwmantels van marmer zie begane grond doch doorgaans eenvoudiger. Kamer boven "Rooksalon" met stuclambrisering en sopraportes met idyllische taferelen.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 0028/W.
  • BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. 10 jaar monumenten en feest, Brugge, 1998, p. 12-17.
  • DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 40.
  • ESTHER J., Het Burgplein en de Mallebergplaats. De huizen en hun bewoners in de 19de eeuw, in De Brugse Burg, red. H. De Witte, Brugge, 1991, p. 254-264.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ambtswoning van de Gouverneur [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29234 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.