is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gemeentehuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Gemeentehuis
Deze bescherming is geldig sinds
Het gemeentehuis werd opgetrokken in 1748 als jachtslot door de ridders van Pitsemburg in rococostijl, mogelijk naar ontwerp van J.P. Van Baurscheit.
Het gemeentehuis dateert van 1748 en was oorspronkelijk het jachtslot van de ridders van Pitsemburg. Deze ridderorde was ontstaan ten tijde van de kruistochten en werd in 1191 door paus Clemens III erkend als orde van de Hospitaalridders van Onze-Lieve-Vrouw-der-Teutonen in Jeruzalem. In Mechelen had de orde een huis dat de naam Pitsemburg droeg, later de Koninklijk Atheneum. De ridders waren leden van een geestelijke orde en leefden onder de regel van Sint-Augustinus. Naast de eigenlijke ridders telde de orde ook nog priesters en mantelbroeders onder haar leden.
Reeds in de 13de eeuw had de orde van de Ridders van Pitsemburg bepaalde rechten en eigendommen verworven in het Waverwoud en in ’Wavre Sinte Nyclaus te Putte’, zoals de gemeente toen werd genoemd. Zo kwamen de ridders dikwijls tot in Putte afgezakt om er te jagen. In1748 lieten ze dan ter plaatse een ‘Hof van Plaisantie’ of jachthuis bouwen met een slotgracht er omheen. Mogelijk zou het een vroeg werk kunnen zijn van bouwmeester J.P. Van Baurscheit waarvoor in de archieven voor de periode 1740 tot 1750 rekeningen voor (afwerkings)werken aanwezig zijn. Lang hebben de ridders er evenwel geen geniet van gehad. Tijdens de Franse Revolutie werd het jachtslot door de Franse autoriteiten in beslag genomen en verkocht als nationaal goed. De familie Borré kocht het slot. Heel de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw bleef het gebouw in particulier bezit. De laatste eigenaar was notaris Mertens. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het in bezit van de gemeente, die het renoveerde en in gebruik nam als gemeentehuis, een functie die het anno 2014 nog steeds bekleedt. Het gemeentehuis werd verbouwd in 1956-1957 naar ontwerp van G. Careels en gerestaureerd in 1989-1990 naar ontwerp van R. Lamonte. Van de omliggende tuin bleef niet veel bewaard en de slotgracht werd gedempt.
Het gemeentehuis in rococostijl is een alleenstaand dubbelhuis van twee bouwlagen met souterrain onder leien mansardedak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevels hebben een zandstenen plint met rechthoekige, betraliede keldervensters en beëindigende halfronde daklijst. De voorgevel telt vijf traveeën met middenrisaliet onder driehoekig fronton op rocaille consoles. De rechthoekige, beluikte vensters zijn gevat in een vlakke bepleisterde omlijsting. De centrale rondboogdeur heeft een vernieuwde arduinen omlijsting onder gestrekte waterlijst met daarop postamenten met siervazen en een voormalig schouderboogdeurvenster in een geprofileerde arduinen omlijsting met vernieuwde rocaille sluitsteen. Een steektrap van zes treden biedt toegang tot het gebouw. De achtergevel bestaat uit zeven traveeën met risaliet van drie traveeën onder driehoekig fronton. De sobere rechthoekige vensters hebben arduinen lekdrempels. De schouderboogdeur is gevat in een arduinen omlijsting onder gestrekte waterlijst.
Het gemeentehuis is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de historische en artistieke waarde als voormalig jachtslot van de ridders van Pitzemburg en als voorbeeld van Lodewijk XV-architectuur opgericht in 1748 mogelijks volgens een ontwerp van J.P. Van Bauerscheit.
Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Alice Nahonstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentehuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2927 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.