Dubbelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat), van 1846-1869 in plaats van puntgevel, en later aangepast onder meer in 1869 krijgt gevel huidige indeling en versiering. Neoclassicistische bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel op arduinen plint met betraliede kelderopening. Rechts en links afgeboord door hoekblokken. Horizontale geleding door kordon vormende lekdrempels, op begane grond van arduin en op verdieping met meanderfries. Rechthoekige vensters en deur in geprofileerde omlijstingen, aan deur met sluitsteen en boven middenvenster van tweede bouwlaag met druiplijst op consoles. Deur op drie treden met ijzeren leuningen. Behouden houtwerk onder meer houten kroonlijst op klossen. Links, aanbouw van één bouwlaag van 1846, in plaats van geveltje met in- en uitgezwenkte top.
Stadsarchief Brugge, Bouwaanvragen, nr. 98/1846, nr. 120/1869.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 100.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)