Diepe enkelhuizen van respectievelijk drie/twee, drie/twee en twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Nummers 20 en 22 met 16de-eeuwse kern doch met later aangepaste gevels.
Nummer 20. Verankerde bakstenen trapgevel (8 treden + topstuk) met in 1951 en in 1957 gewijzigde begane grond; 1951: van enkelhuisopstand tot segmentbogige garagepoort; 1957: brengen naar huidige toestand naar ontwerp van architect N. Bullynck (Brugge) waarbij benedenvensters, zie openingen op verdieping met dubbele rondboognis.
Nummer 22. Verankerde bakstenen trapgevel (8 treden + topstuk) met bovenvensters in rondboognissen met driepasboog; in 1941 aangepaste begane grond naar ontwerp van architect M. De Meester (Brugge): tudorboogdeur met bovenlicht in samengestelde nis en rechts twee kruiskozijnen.
Nummer 24. Verankerde bakstenen tuitgevel met in de loop van de 19de eeuw gewijzigde openingen, zie ingekaste bouwnaden; spitsboogvormige zoldernis.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 114/1941, nr. 982/1951, nr. 834/1957.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 101.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)