Gelegen aan de hoek van Geerwijnstraat. Laatgotisch diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 16de eeuw. In de loop van de eerste helft van de 19de eeuw, in rechter travee, toevoeging van deurrisaliet met bekronend erker, afgebeeld op bouwaanvraag van 1849, waarvan heden enkel de erker rest. Wijzigingen onder meer in 1849, aanpassen van houtwerk en ramen. 1988: consoliderende "Kunstige Herstelling" naar ontwerp van architect J. Catteeuw (Zwevegem) onder meer vernieuwen van ramen naar bouwaanvraag van 1849 en van natuurstenen onderdorpels. Beschilderde trapgevel (9 treden + topstuk) van verankerde baksteen met gebruik van natuursteen voor hoekblokken. Behouden bovenverdieping: Brugse travee, type I met kraalprofiel en typerend maaswerk, zie open driepas in de boogvelden. Laatst genoemde ook aanwezig bij het topvenster. Rechthoekige houten erker met pilasters en hoofdgestel onder driehoekig fronton met tandlijst; ondersteunend entablement met guirlandeversiering gegroefde natuurstenen. Verbouwde begane grond van na 1941. Zijgevel van vijf traveeën; twee blinde onder meer één ter hoogte van hoge schoorsteen rechts. Sporen van Brugse travee, type I; hoge kelderopening. Licht getoogde vensters, ook aanwezig in achtergevel met hijsbalkgat in de top. Achtergevel: bepleisterde en witbeschilderde puntgevel met vensters met afgeschuinde dagkanten en telkens twee ontlastingsbogen.

Interieur. Begane grond bewaart achteraan een rococosalon verborgen achter de huidige winkelaankleding. Bovenverdieping: trappenhuis met stucmedaillons in Lodewijk XVI-stijl. Oorspronkelijke, eikenhouten dakconstructie: dubbele schaargebinten waarvan de keperparen verbonden door hanenbalken; doorlopende nokbalk.