Imposant herenhuis. Breedhuis van twaalf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (Vlaamse pannen), met oude kernen. Lijstgevel met asymmetrische dubbelhuisopstand; huidige ordonnantie teuggaand op de verbouwingen van 1847 en 1853. Mogelijke samenvoeging van vier diephuizen, zie Marcus Gerards (1562) en deels af te leiden uit de huidige gevelordonnantie. Vóór 1847: negen linkse traveeën vormen en laatbarokke lijstgevel van twee bouwlagen met rococodeur in de derde travee en balustrade doorbroken door dakkapellen (één grote + twee met volutetoppen); de vier rechter traveeën zijn een 19de-eeuwse lijstgevel van twee en een halve bouwlaag. In de toen geüniformeerde gevel wordt, in 1853, de poort van de derde naar de vierde travee verplaatst. Verankerde laatclassicistisch getinte lijstgevel, bepleisterd en witbeschilderd, met rechts 18de-eeuwse hoekafwerking. Vijf getraliede en drie blinde kelderopeningen. Horizontaal belijnd door middel van overkragende en verankerde korfboogfries op leeuwenkoppen onder Ionische kapitelen; kordon en doorgetrokken lekdrempels en hoofdgestel met uitgelengde gegroefde voluutconsoles alternerend met rozetten. Rechthoekige vensters met afgeschuinde dagkanten en grote roeden naar 19de-eeuws model. Koetspoort: bovenlicht met sierlijke gietijzeren waaier.