Diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Oorspronkelijk met bijhorend, nu gesloopt 19de-eeuws bedrijfsgebouw in Twijnstraat (nummer 10), gemene muur met nummer 12 voorzien van lavabo- en kaarsnissen. 16de-17de-eeuws uitzicht, doch in de loop van de 19de eeuw aangepaste muuropeningen. Volgens foto van 1906 hoge beluikte kelderopening in rechter travee. Verankerde witbeschilderde trapgevel (9 treden + topstuk) van baksteen met enkelhuisopstand. Overkragende bovenverdieping op kraagstenen. Rechthoekige bovenvensters met lekdrempels in geprofileerde korfboognissen, rechter samen met deur ondergebracht in een nis. Topvensters gevat in Brugse travee variant op type III, hier met doorgetrokken middenpenant, getrapte bekroning en maaswerk.
Interieur. Kelder met tongewelf. In de zijmuur werd in 1901 een bakstenen spitsboognis gevonden met natuurstenen driepas waarvan de neuzen met een kopje en de boogzwikken met een dier versierd zijn. Thans is dit fragment in het Gruuthusemuseum. Bewaarde dakkap.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 0028/W/1145/93/W.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 130.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)