Teksten van Herenhuis met koetshuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29373

Herenhuis met koetshuis ()

Complex naar ontwerp van architect C. Dewulf (Brugge), van 1903. Volgens de jaarcartouche gebouwd in plaats van een 19de-eeuws herenhuis. Het complex bestaat uit een koetshuis, een diephuis met hierop aansluitende Reievleugel gegroepeerd rondom een binnenplaats. Het complex is toegankelijk via een steekboogpoort opgenomen in een gekanteelde muur doorlopend in een lagere afsluiting met houten balustrade.

Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de kozijnconstructies, de doorgetrokken onder-, tussen- en bovendorpels, de oculi-omlijsting en de ornamenten zoals de mascarons en de cartouches in boogvelden.

Links het voormalig koetshuis met weinig opengewerkte voorgevel, en drieledige tuingevel; trapgevel, middenstuk met verticale plankenbeschieting en lijstgevel met in het midden traptop.

Rechts een diephuis in neobarokke stijl van drie traveeën breed, acht traveeën diep en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak bedekt met Vlaamse pannen met hierop aansluitend de Reievleugel in neo-Brugse stijl van vijf traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak bedekt met leien. Verankerde bakstenen trapgevel met ijzeren windvaan. De gevel heeft een overkragende bovenbouw op steekboognis aanzettend op natuurstenen consolestenen.

Een verankerde bakstenen lijstgevel met een deurtravee bekroond door een dakvenster met traptop. De deur links is voorzien van een houten afdak.

De Reievleugel is een volume van negen traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak bedekt met leipannen. Aan de tuinzijde wordt de gevel gekenmerkt door een pseudo-arcade.

Aan de kant van de Reie een verankerde bakstenen lijstgevel geritmeerd door Brugse traveeën, type I aanzettend op natuurstenen zuiltjes. De drie linkertraveeën zijn uitgewerkt als een trapgevel. Deze trapgevel wordt geritmeerd door Brugse traveenissen met op de borstwerking gekoppelde spitsboognissen met driepassen. Ter hoogte van de middentravee bevindt zich een massieve erkeruitbouw onder een lessenaarsdak. Het venster in de geveltop is geplaatst in een rondboognis met afgeschuinde dagkanten. De aanpalende lijstgevel is opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van natuurstenen kruis- of bolkozijnen. Het dakvlak is voorzien van pittoreske dakkapellen. Deur met trap naar Reie-oever afgezoomd met houten leuning tussen pilasters.

Aan de oever bevindt zich actueel een treurbeuk en een kwijnende witte paardenkastanje.

Interieur van circa 1800, zie traditionele planindeling met enfilade van drie salons toegankelijk via dubbele deuren onder kroonlijst op consoles, sommige salons of kamers bewaren marmeren schouwen, zie empireschouw in de Reievleugel en Pulinx-schouw (?) op de bovenverdieping. Gang met wit-zwart marmeren vloer; klokje geflankeerd door griffioenen als deurstuk. Trappenhuis; slingertrap ingewerkt in overkoepelde ronde koker met centraal bovenlicht; boven twee papyruszuilen en boogveld met mythologisch tafereel.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/31005/135.1, De Dijver, het Arentshuis, het Gruuthuse en de Onze-Lieve-Vrouwekerk met omgeving in Brugge, stadsgezicht (GILTÉ S. & HIMPE K. 2019).
  • GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18na, Brussel – Turnhout, 136-137.

Auteurs:  Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Gilté S. & Vanwalleghem A. 2022: Herenhuis met koetshuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393091 (geraadpleegd op ).


Herenhuis met koetshuis ()

Complex naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge), van 1903 volgens jaarcartouche in plaats van 19de-eeuws herenhuis, zie interieur. Bestaande uit koetshuis, diephuis met hierop aansluitende Reievleugel gegroepeerd rondom een binnenplaats toegankelijk via steekboogpoort opgenomen in een gekanteelde muur doorlopend in een lagere afsluiting met houten balustrade. Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor kozijnconstructies, doorgetrokken onder-, tussen- en bovendorpels, oculi-omlijsting en ornamenten als mascarons, cartouches in boogvelden. Links voormalig koetshuis met weinig opengewerkte voorgevel, en drieledige tuingevel; trapgevel (6 treden + topstuk), middenstuk met verticale plankenbeschieting en lijstgevel met in het midden traptop (3 treden + topstuk). Rechts diephuis in neobarokke stijl van drie + acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met hierop aansluitend de Reievleugel in neo-Brugse stijl van vijf traveeën en twee bouwagen onder zadeldak (leien). Eerst genoemde trapgevel (9 treden + topstuk en ijzeren windvaan); overkragende bovenbouw op steekboognis. Zijgevel: verankerde bakstenen lijstgevel; deurtravee bekroond door dakvenster met traptop. Deur links met houten afdak. Reievleugel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien). Aan tuinzijde pseudo-arcade, aan de Reie lijstgevel geritmeerd door Brugse travee, type I met onder meer drie korfboogjes aanzettend op kraagstenen, in het midden driepasmaaswerk en visblaasmotief. Links naar voorspringende travee met verzorgd maaswerk en torentje met tentdak en ingesnoerde spits.

Interieur van circa 1800, zie traditionele planindeling met enfilade van drie salons toegankelijk via dubbele deuren onder kroonlijst op consoles, sommige salons of kamers bewaren marmeren schouwen, zie empireschouw in de Reievleugel en Pulinx-schouw (?) op de bovenverdieping. Gang met wit-zwart marmeren vloer; klokje geflankeerd door griffioenen als deurstuk. Trappenhuis; slingertrap ingewerkt in overkoepelde ronde koker met centraal bovenlicht; boven twee papyruszuilen en boogveld met mythologisch tafereel.

  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 146/1902.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Gilté S. & Vanwalleghem A. 1999: Herenhuis met koetshuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/29373 (geraadpleegd op ).