Neoclassicistisch enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, van 1883 als verbouwing van diephuis met trapgevel, zie afgewolfde bedaking en beluikte en betraliede kelderopening met in de stoep ingewerkte toegangstrap. Bepleisterde en heden groenbeschilderde lijstgevel met imitatiebanden op begane grond. Rechthoekige muuropeningen; bovenvensters in geprofileerde omlijsting, versierde cartouches als sluitstenen en gegroefde lekdrempelconsoles. Kroonlijst op geprofileerde modillons van terracotta waartussen paneelwerk met bloemmotief. Deur met uitgewerkte tussendorpel toegankelijk via arduinen bordes met ijzeren leuning.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 125/1883.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 191.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)