Neoclassicistisch diephuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen), oudere kern te zien aan kelder met tongewelf, doch gevel van 1850 ter vervanging van twee trapgevels. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl. Horizontale geleding door middel van de gekorniste puilijst, balkon op zware consoles, balkonleuningen, kordon vormende lekdrempels van de bovenverdieping en de omlopende kroonlijst op versierde modillons. Rechthoekige muuropeningen in geprofileerde omlijsting; arduinen lekdrempels van de benedenvensters op kleine geprofileerde consoles. 19de-eeuwse T-ramen (eerste bouwlaag); smeedijzeren vensterleuningen. Voetenschraper links van de vleugeldeur met geometrische ijzeren roedeverdeling in het bovenlicht.

Interieur. Trappenhuis met slingertrap, versierde trappaal en ovaal bovenlicht. Schouwen in late Lodewijk XVI-stijl onder meer zwartmarmeren voluteschouw, groen- en zwartmarmeren neoclassicistische schouw.

Afhankelijkheid aan Burgzijde: bakstenen lijstgevel met links volutebekroning van 1903-1904 zie Burg nummer 9.